Sfeerverslagen februari 2009 t/m maart 2011

'Oude rockmuziek' van Queen: I want it all, and I want it now!
12 mrt 2011, 16:40
Wat een ontzettend lekkere avond heb ik achter de rug. Wat heb ik gisterenavond in het Beatrixtheater in Utrecht wederom genoten van die legendarische muziek van Queen (volgens mij is dat woord echt alleen voor die band bestemd). Muzikaal gezien staat We Will Rock You als een huis en je merkt dan ook dat de musicalacteurs vooral gecast zijn op hun stem, want ze hebben stuk voor stuk een strot om u tegen te zeggen. Aan het script en het acteerwerk zou hier en daar nog wat geschaafd kunnen worden, maar het is de muziek die ’t hem doet en die deze rockmusical tot een geweldig avondje uit maakt.
Na die eerste try-out deze zomer was ik bijna verkocht. Inderdaad, bijna, maar mijn eisen mochten ook nog niet te hoog zijn aangezien de voorstelling net in de grondverf was gezet. Ik was dus niet lovend, zeker niet met betrekking tot de vele (woord)grappen die ronduit slecht waren of gewoon nog niet vielen, maar had wel een heerlijke avond.
Nu, ongeveer vijf maanden later, besluit ik nog eens langs te gaan om mijn commentaren bij te stellen. Ik kan wel zeggen dat de Killer Queen erop vooruit is gegaan sinds Pia Douwes is vervangen door Antje Monteiro. Nog altijd worden Killer Queen en Play the Game naar mijn mening iets de klassiek gezongen, maar dat Antje een dijk van een stem heeft, laat ze wel horen.
Hoofdrolspeler Charly Luske zag ik al eerder als Galileo Figaro. 'Jammer', denk ik, 'geen John Vooijs', wanneer weer zijn naam op het scherm met de rollenverdeling verschijnt, maar dat blijkt geheel onterecht nadat hij de eerste noten van I want to break free inzet. ‘Yes, yes, yes!’ Ik hoor meteen weer over wat voor een strot Charly beschikt. Laten we die ontzettend lekkere sound met dat rauwe randje eraan niet vergeten te vermelden. Bovendien heeft Charly ook echt het voorkomen van een naïef goedzakje: beetje klein, iel, blond en een ietwat brutale uitstraling: ik vraag me af of het wel degelijk verschil maakt wie die hoofdrol nu eigenlijk speelt.
Marjolein Teepen is in haar rol van Scaramouche wel op haar plaats, maar gaat soms een beetje over the top. Op zich mag dat, in principe zijn de meeste personages min of meer karikaturen, maar het moet wel natuurlijk over blijven komen en bij Marjolein vind ik het een beetje te gemaakt. Wel ben ik zeer te spreken over haar stem, deze is zoveel krachtiger geworden sinds de vorige keer dat ik haar hoorde en ze controleert deze nu ook veel beter.
Galileo Figaro en Scaramouche krijgen het echter zwaar te verduren tijdens de show. Galileo hoort stemmen in zijn hoofd, vlagen van teksten die afkomstig blijken te zijn uit de oude rockmuziek. Deze muziek is verboden door de Killer Queen en muziekinstrumenten zijn vernietigd: muziek mag uitsluitend nog geproduceerd worden door het netwerk van de Killer Queen, Global Soft. Galileo en Scaramouche denken dat ze de enigen zijn die ‘anders’ zijn dan de Gagaboys en Gagagirls, maar wanneer ze proberen te vluchten voor het bewind van de Killer Queen komen ze twee andere Bohemians tegen. Deze opgegeilde oer rockers, hijgend en kwijlend op zoek naar de laatste muziekinstrumenten op de planeet eBay, hebben zich verenigd bij het Heartbreak Hotel om zo in opstand te kunnen komen tegen de Killer Queen. Om de eer van de hun oude pophelden hoog te houden, hebben ze zichzelf vernoemd naar hen: de twee waarmee we het beste kennismaken zijn Britney Spears, verenigd in het lichaam van een kleine neger die zich kleedt als een Viking, en Ozzy Osbourne, een schaars geklede blonde vamp. Dit duo wordt gespeeld door Marlon David Henry en Floortje Smit en ze zijn ontzettend geestig in hun rollen. Bovendien komt nu pas echt dat ontzettend lekkere gevoel dat die Queensongs met zich meebrengen naar boven: tegen de achtergrond van het Heartbreak Hotel met een grote groep Bohemians, gehesen in verscheurde kleren en zich voordoend als hongerige hyena’s, worden songs als I want it all en Headlong de zaal in geblazen. Ontroerend wordt het ook nog, wanneer Floortje Smit in een ode aan alle te vroeg overleden muzikanten (denk John Lennon, Kurt Cobain en Freddie zelf, uiteraard) No One But You brengt. Waar de zaal zo’n tien minuten geleden nog uit zijn dak ging en de spelers op het toneel toefloten, is het nu muisstil en hoor ik de man naast mij eens diep slikken. Lang duurt het echter niet voor de Killer Queen de Bohemians op het spoor is en al hun zielen vernietigd worden. Hun lichamen blijven achter in de Seven Seas of Rhye. Alleen Galileo en Scaramouche kunnen net op tijd vluchten.
We zitten inmiddels in de tweede akte wanneer Galileo en Scaramouche hopeloos rondzwerven over de planeet eBay. Charly Luske en Marjolein Teepen brengen dan Who wants to live forever, toh wel een van mijn favoriete Queennummers en ik krijg een beetje kippenvel. Natuurlijk is dit ook het moment waarop die intieme sfeer wordt voortgezet en de protagonisten elkaar de liefde verklaren en, uiteraard, het bed met elkaar delen. We zitten immers wel te kijken naar een show ‘vol seks, drugs en rock ’n roll’.
Nog even keert de Killer Queen terug, in de veronderstelling dat nu echt alle misbaksels op aarde zijn uitgeroeid en Don’t Stop Me Now leent zich er natuurlijk uitstekend voor dat te vieren.
Niet veel later keert onze grote held DJ terug, met wie we alleen de eerste twee minuten van de show kennismaakten en die we sindsdien uit het oog zijn verloren. Rutger Le Poole vertolkt deze gestoorde hippie en het is overduidelijk dat zijn acteerkwaliteiten de kroon spannen in vergelijking tot de andere acteurs op het toneel. Hij is dan ook de enige die zijn tekst zo weet te brengen dat die geweldig overkomt op de zaal. Dat merk je direct en ik merk het ook aan mezelf. Het maakt niet uit wat hij zegt, hij is een hilarisch personage op zich en dat komt volgens mij echt alleen door zijn acteerwerk. Daarnaast weet hij je ook nog eens te ontroeren wanneer hij een gevoel van nostalgie naar boven brengt in These are the days of our lives, dat naar mijn mening ontzettend mooi vertaald is naar Dagen van zonlicht en goud. We bevinden ons inmiddels bij de Seven Seas of Rhye waar de lichamen van de gedode zielen rusten en DJ hen dient als barman in zijn café.
Het enige beetje hoop dat dan nog rest ligt bij Wembley Stadium, waar de leden van Queen volgens de mythe die DJ weet te vertellen ooit muziekinstrumenten hebben achtergelaten die alleen ontdekt kunnen worden door de heilige woorden uit de oude rockmuziek uit te spreken. Wanneer ze bij het uitgestorven Wembley een a capella We Will Rock You inzetten, explodeert de muur en komt daaruit een elektrische gitaar tevoorschijn. En zo eindigt het sprookje dat We Will Rock You heet.
Natuurlijk worden we nog getrakteerd op We Are The Champions en Bohemian Rhapsody, die tot kleine ergernis van mij uit volle borst worden meegezongen door het publiek, dat overigens uit veel oudere mannen bestaat. Grappig om hun reacties te zien en horen, terwijl ze allemaal hun jonge jaren lijken te herbeleven en gezamenlijk ‘Who the fuck is Alice?’ door de zaal bulderen wanneer Ozzy Osbourne hen daar de aanleiding toe geeft.
Geslaagde show? Zeker wel. Zeer zeker wel. Er valt alleen nog genoeg op aan te merken. Want seriously speaking, het had echt niet zo commercieel hoeven worden hoor. Je wilt een rockshow laten zien in Nederland, prima, maar besef je dan wel dat Bob de Bouwer, Gordon en de Teletubbies daar echt helemaal niets mee te maken hebben. Jammer dus, maar ik begrijp het wel, het niveau is wellicht van de Britten overgenomen en wat humor betreft kunnen die er natuurlijk ook wat van. Dat neemt niet weg dat Britse humor wél grappig is en Nederland hier naar mijn mening dus een klein beetje in faalt. Flauwe en simpele grappen kunnen het doen, maar niet als ze zó gezocht en gemaakt zijn. Bovendien spreekt men in de voorstelling over het verloren gaan van de echte oude rockmuziek, maar koppelt men deze zogenaamde rockmuziek vervolgens aan René Froger en Corry Konings. Hun teksten doen het misschien leuk voor het script, maar het klopt gewoon niet. Als je er dan over nadenkt dat je in diezelfde voorstelling een serieus eerbetoon wil brengen aan te vroeg overleden rocksterren in No One But You (Only The Good Die Young), dan kan ik niet anders zeggen dan dat mijn broek daar wel een beetje vak afzakt.
Maar goed, we hoeven ook niet ronduit lovend te zijn. Over de acteurs ben ik namelijk wel erg te spreken. Het was ook genieten geblazen om te merken dat de acteurs het repertoire zich in de afgelopen vijf maanden veel meer eigen hebben gemaakt en het nu zodanig onder de knie hebben dat ze ook veel ontspannener staan te spelen.
En alle lof gaat naar Charly Luske, want als er een prijs bestond voor de beste alternate/understudy, moest hij hem zeker krijgen. Hij is zeker een aanwinst voor de show, want het is écht niet erg als John Vooijs een keer niet speelt en Charly zijn plek inneemt.
Oké, daar was ik wel een beetje snel mee, niet alle lof natuurlijk. Rutger Le Poole is ontzettend geestig, Floortje Smit ontroert, Marlon David Henry brengt hilariteit en Antje Monteiro is absoluut de sensatiezuchtvolle diva die ze moet zijn.
Het verhaal, het decor, de kostuums, het boeide allemaal en blij verrast ben ik de zaal dan ook uitgelopen. Ik had niet verwacht dat de tweede keer me meer zou overweldigen dan de eerste, maar niets bleek minder waar. I guess it’s just a kind of magic en er zijn maar vier mannen die daarvoor verantwoordelijk zijn. Mijn dank is groot. 


So let the memories be good for those who stay.
8 dec 2010, 15:40
'We zijn een echte zweetband. Gisteren was een zweetrecord.' Ted Dwane
Er verschijnt een brede glimlach op mijn gezicht. Ik herinner me het nog precies. Die vrijdagmiddag in de Marquee op het terrein van Pukkelpop. Mumford & Sons speelden die Marquee compleet plat, bijna zonder dat ze het zelf in de gaten hadden.
Bijna drie maanden later zit ik op de bank met een kop thee in mijn hand en de OOR op schoot. Nummer 9, van oktober 2010 om precies te zijn, op de cover Mumford & Sons en binnenin een interview van zes pagina's, afgenomen op Lowlands, Biddinghuizen, een dag nadat ze op Pukkelpop, Hasselt speelden. Bijna vereerd voel ik me door hun uitspraken. Ik word er spontaan nostalgisch van.
'We zijn niet zo nostalgisch, we leven heel erg in het nu. En: wat komt er na nu? Tijd om herinneringen op te halen hebben we niet. Maar om alles nou maar te vergeten...' Marcus Mumford
Kijk, dat bedoel ik. Vervelend voor je, Marcus, maar gelukkig heb ik die tijd wel. En anders maak ik die wel. Tijd om herinneringen op te halen. Tijd om even terug te keren naar die vrijdagmiddag.
Die vrijdagmiddag, die uit een aaneenschakeling van hoogtepunten bestond. Omdat de setlist uiteraard bestond uit nummers afkomstig van het debuutalbum 'Sigh No More', kon die natuurlijk ook niet anders dan fenomenaal zijn, met een spanningsopbouw die me nog meer deed zweten. Zelfs 'Winter Winds', dat ook volgens Marcus Mumford zelf vrij tegenstrijdig voor het moment was, werd uit volle borst meegezongen. Het is woensdagochtend 8 december 2010 dat ik met datzelfde nummer door mijn hoofd galmend naar school fiets en die Winter Winds langs mijn oren voel suizen. Ik krijg het er plotseling weer warm van.
Met zoveel bewondering en verbazing stonden we daar met duizenden andere mensen naar de nuchtere nieuwkomers uit Londen te kijken. We besloten die verbazing echter even achterwege te laten, zodat we ons het optreden later nog zouden herinneren als verbazingwekkend, in de goede zin van het woord uiteraard. Het moment was immers al daar en we konden de heren nu niet langer teleurstellen. Dus besloten we die tent maar af te breken.
De reactie van de band daarop was precies zoals die van ons bij hun opkomst. 'Gisterenavond hadden we een moment waarop we elkaar aankeken en dachten: what the fuck? Waarom heeft iedereen z'n handen in de lucht? Staat Iron Maiden soms achter ons of zo? Komt Fred Durst net aanlopen?' aldus toetsenist Ben Lovett in de OOR van oktober 2010. Sowieso best wel verwonderlijk als je je bedenkt dat het toch echt Ben Lovett en kornuiten zelf waren die dit alles teweegbrachten. Toen ze zichzelf tot bedaren hadden gebracht, besloten zij ons op hun beurt toch vrolijk een handje mee te helpen. En zo geschiedde, de tent ging plat.
'Er bestaat een soort overtuiging dat er iets heel bijzonders gebeurt als wij het podium oplopen, maar behalve dat wij lekker staan te spelen zie ik het echt niet.' Ben Lovett
Dan moet jij eens even goed naar die frontman van jullie luisteren, Ben Lovett.
'Wat ik nu schrijf is net zo persoonlijk als alles wat je van ons kent. En we menen evenveel van wat we zingen. Dat lijken me toch de belangrijkste dingen.' Marcus Mumford
Ik geloof dat je daar meteen de spijker op zijn kop slaat, Marcus. Dat menen, dat doet het 'm. En ja, je hebt gelijk, Ben, er zijn zoveel meer bands die beweren dat ze het menen. Talloze daarvan houden je op datzelfde moment echter keihard voor de gek. Er zijn er daarentegen ook enkele die dat niet zouden durven. Of jou op zijn minst in die waan laten, maar eigenlijk nog veel achterbakser zijn.
Die bands, die vind ik interessant, omdat het die bands zijn die ik het onbewust toelaat me voor de gek te houden, hoe slecht ik er soms ook aan toe kan en wil geven dat het werkelijk zo is.
Om ten slotte even terug te komen op de hitte, Ted Dwane: het was een zweetrecord, dat kan ik je verzekeren. En het gaat nog wel even duren voordat dat verbroken wordt.
Hoewel, het zou zomaar de volgende zomer kunnen zijn.
It is all up to you, guys. And I will hold on hope.

Crazy Vibes op een ijskoude donderdagavond
4 dec 2010, 14:47
Pff, dat zit er ook weer op, eindelijk. En dan heb ik het natuurlijk niet over het optreden van Selah Sue. Wel heb ik het over het feit dat ik gewoon een beetje een vervelende week achter de rug heb. Ik mag niet zeuren natuurlijk, ik zit immers nog op het Pius X-College en velen beweren dat de middelbare school zoveel relaxter is dan de vervolgopleiding die ze nu volgen. Toch had ik het gewoon even gehad. Want ja, datgene waar ik al bijna twee maanden voor vreesde, kwam nog sneller dan ik had verwacht: sneeuw. En dan heb ik niet zoveel tegen sneeuw op zich, maar wel als ik elke ochtend naar school moet fietsen, daarna natuurlijk ook weer terug naar huis. Bovendien liep ik de grote kans nog eens te laat te komen, dus moest ik ook nog eens eerder opstaan. Komt daar nog dat profielwerkstuk bij wat we vrijdagochtend moesten inleveren, dus lag ik er ’s avonds ook laat in. Door al deze inspanningen (ja ja, heb maar medelijden ) was ik na woensdag al gebroken, terwijl ik toen nog twee dagen voor de boeg had voor ik weer eens heerlijk de wekker zou kunnen wegdrukken en me nog eens zou kunnen omdraaien.
Inmiddels is het zaterdagmiddag en is het weer een heel stuk beter gesteld met dat humeur van me. Dat profielwerkstuk is, vraag me niet in welke staat, ingeleverd en de wekker won het vanmorgen lekker even niet van me. Dat kan ook komen door het feit dat ik nog altijd heerlijk aan het nagenieten ben van dat optreden van Selah Sue in de Mezz in Breda, afgelopen donderdagavond. Het lijkt voortaan standaard te worden (en misschien ook wel een beetje saai, maar ach) dat ik uiterst positieve verslagjes schrijf over de optredens die ik heb mogen aanschouwen. Ik denk eerlijk gezegd gewoon dat ik de goede uitkies, want ook dit optreden was er weer een om lovend over te zijn, so be prepared.
Wel moesten we die avond dus eerst nog 'helemaal' naar Breda afreizen, want 013 of de Effenaar stonden niet op de agenda van de Belgische singer-songwriter. Dat reizen viel zelfs, ondanks de sneeuw, allerminst mee en dus was ik er bij aankomst in de Mezz helemaal klaar voor mijn hoofd eens lekker te legen en vervolgens wellicht weer te vullen met die onweerstaanbare sound van Selah Sue.
We worden opgewarmd door het Amsterdamse Houses, dat haar taak absoluut vervult. De zangeres heeft een prachtige heldere stem, die me doet denken aan die van Maria Mena, en de liedjes die ze spelen komen meteen aan.
Nadat het voorprogramma is afgelopen, wordt het podium opnieuw geïnstalleerd voor de band van Selah Sue. Rond de klok van half tien zijn het echter niet zij die als eerste opkomen, maar zien we die kleine, dan nog onschuldige Sanne Putseys met enkel haar gitaar opkomen. Gehesen in een zwart broekpak en de haren zoals altijd hoog opgestoken ontroert ze het publiek meteen met Mommy. Vervolgens speelt ze veel nieuwe nummers die nog niet zijn uitgebracht, maar komen ook ‘oude’ nummers als Black Part Love, Fyah Fyah en Raggamuffin voorbij. Langzaamaan komt ze meer en meer los.
De band, die me deze zomer op Pukkelpop een beetje teleurstelde, is nu duidelijk beter op elkaar ingespeeld. Op Pukkelpop voegden ze naar mijn mening nog niet zoveel toe, nu zorgen ze er echter voor dat het optreden spannend blijft. Wanneer ze Selah Sue begeleiden zijn grote dynamiekverschillen te horen. Selah speelt hier op haar manier natuurlijk geweldig op in en haar nummers laten een ontzettend grote diversiteit aan stijlen horen. Ik weet niet precies wat voor muziek ze maakt, maar ik hoor zowel soul en ska als rap en hiphop. En dan zijn er natuurlijk nog die prachtige kleine liedjes, waar Break er een van is. Dit is naar mijn mening haar mooiste nummer en het enige dat ik op deze uitvoering ervan heb op te merken is het invallen van de band na het eerste refrein. Dat hoeft gewoon niet van mij, het ontrukt die heerlijke timing en de emotie waarmee ze het brengt als het ware.
Het meest verwonderlijk aan het hele tafereel is misschien nog wel dat ze vrij simpele liedjes speelt. De akkoorden en tokkelmelodieën zijn verre van ingewikkeld, maar door haar prachtige sound (ik kan het niet vaak genoeg blijven zeggen) blijft het keer op keer heerlijk om naar te luisteren. Het maakt eigenlijk niet eens uit wat ze speelt. Het maakt ook niet uit wat ze uit haar strot probeert te krijgen en hoe, als ze het maar doet. Krijsend, gillend, heel hoog of juist heel laag, alles wat ze doet is gewoon te gek als je het mij vraagt.
In de loop van het optreden ontpopt die kleine Sanne Putseys zich dan ook tot een ware soulkoningin die zich alsmaar ondeugender over het podium beweegt. Die ontwikkeling is ze overigens de afgelopen jaren over het algemeen doorgegaan. Ook haar nieuwe nummers bevatten meer vuige grooves en pompende beats en vergen wat meer zweet dan die eerste lieve liedjes die ons kennis deden maken met haar.
Het is allerminst verwonderlijk dat veel meisjes vandaag niet zonder hun vriendjes naar de Mezz hoefden te komen (of zou het zelfs andersom zijn geweest?). Ik zei het al eens, maar kan de mening van het overgrote deel van het mannelijke publiek nog best eens uitspreken: wat is ze een lekker wijf.
Nu is het natuurlijk niet zo netjes om daar mijn verslag mee af te sluiten. En dat is precies wat de Leuvense zelf ook dacht. Na Crazy Vibes, waarbij ze over het podium heen stuitert en krijst alsof ze compleet van de wereld is, sluit ze het optreden in de toegift af met het brave, naar mijn mening ietwat te veilige Explanations en we mogen nog een keer met zijn allen uit volle borst meezingen.
Be prepared mijn beste lezers, want dit kleine mooie Belgische meisje wordt een hele, hele grote.


Uitverkochte Effenaar niet veilig voor bluesvretend DeWolff
16 okt 2010, 13:58
Hoewel, uitverkocht. De kleine zaal dan. En met alle respect voor de Opposites, die vanavond in de grote zaal stonden, maar had het Limburgse DeWolff niet gewoon in die grote zaal moeten staan? Ik geloof van wel, maar dat doet er verder niet toe: ze speelden die kleine, intieme zaal vol overgave helemaal plat en zullen dat in februari in die grote zaal echt niet anders doen. Klapt allen in uw handen voor DeWolff, want oh wat hebben we er weer een ongelofelijk goede band bij in Nederland.
Het begon die avond met het Belgische Starfucker. Als je het mij vraagt echt drie keer niks. Het contrast met hoofdact DeWolff zou later die avond dan ook gigantisch blijken. Schreeuwend en rammend, zonder enige subtiliteit, kregen we veel op elkaar lijkende punkrock(?)liedjes voorgeschoteld en daar waren mijn oren allerminst blij mee.
Dan mag ik hopen dat voor iedereen duidelijk is dat er wel degelijk een groot verschil is tussen liedjes spelen, hoe goed of slecht ook, en muziek maken.
Later deze avond besefte ik me dat deze openingsact misschien juist zo slecht moest zijn om het niveau van de gehele avond recht te trekken, we gingen immers 'maar' naar een concertje in de kleine zaal van de Effenaar.
Ja, natuurlijk is dat onzin, dat weet ik ook wel, maar ik kan echt geen enkele verklaring vinden voor het feit dat die Starfuckers als support voor DeWolff mochten spelen. Zo on-Nederlands goed als DeWolff vanavond was, zo on-Belgisch slecht was Starfucker, als je begrijpt wat ik bedoel.
Laten we dan maar gewoon terug gaan naar dat moment waarop de crew en band zelf hun instrumentarium komen installeren op het podium. Ik tik Maud aan, die naast me staat, en wijs naar toetsenist Robin Piso. ‘Moet je die baard zien!’. Maud lacht. ‘Hij lijkt net Jezus’.
Toch wel een beetje gespannen aangezien de rookmachines al in werking worden gezet, wachten we tot diezelfde Piso zijn eigen hoekje vol interessante toetsinstrumenten, waaronder natuurlijk die retevette Hammond, gereed maakt voor het optreden.
Op Pinkpop dit jaar zagen we de jonge honden van DeWolff al en hoewel dat weliswaar van een grote afstand was, waren we daardoor al overstag gegaan om ons met kaartjes voor hun show in de Effenaar te plezieren. Ik was echter wel heel benieuwd hoe het vanavond zou worden, aangezien de sixtiesbluesrock die het drietal maakt naar mijns insziens toch het beste tot zijn recht komt in een dampende festivaltent.
Met die damp zit het wel goed vanavond en veel tijd heb ik niet nodig om in dergelijke atmosferen terecht te komen wanneer de heren na een spannend intromuziekje meteen overweldigen met ‘Gold & Seaweed’. Het totaalplaatje is direct compleet: de eerste klanken afkomstig uit de Hammond van Piso in combinatie met die opkomende rook, geweldige lichteffecten en uitstraling van de muzikanten zorgen ervoor dat ik me op slag in een andere wereld bevind. In een perfecte balans tussen zacht en sterk komen nummers als 'Silver Lovemachine', 'Medicine' en single 'Don’t you go up the sky' voorbij.
Met name Luka van der Poel, die, onbewust of niet, ver boven zijn drumstel uit stijgt, speelt met zoveel dynamiek dat het me ontroert. Die intensiteit wordt uitvergroot door broerlief Pablo van der Poel, die in ‘Birth of the ninth sun’ bijna bezeten lijkt door een hogere macht die zijn publiek met al zijn duistere krachten op een geweldige manier uitdaagt.
Een paar gitaarsolo's later ('Wat een patsers!' ) laat Luka een sirenegeluid aanwakkeren dat leidt tot het nummer ‘Mountain’. Op geen enkel moment is mijn aandacht elders dan bij het podium en door de prachtige contrasten in de dynamiek wordt de spanning voortdurend vastgehouden. Je wordt in verroering gebracht, doezelt heerlijk weg en raakt in een soort van trance, totdat die Limburgers weer genadeloos toeslaan en ik uit mijn droom wordt gerukt. De kleine zaal van de Effenaar maakt dat effect alleen maar intiemer. Na een uur gespeeld te hebben, verlaten de heren het podium en wachten we op een toegift.
Dat toetsenist Robin Piso zijn (Jezus-)baard niet voor niets laat staan, blijkt wanneer hij op een theremin begint te spelen. Dit elektronische apparaat dat je slechts bespeelt door handbewegingen in de lucht te maken opent de ruim twintig minuten durende toegift ‘The thrills that come along with the landing of a flying saucer’. Piso lijkt wel een gestoorde professor, een bezeten magiër, een bekerende profeet.
De toegift duurt voort en nog één keer trekken de heren werkelijk waar alles uit de kast. Ze improviseren erop los en wisselen elkaar daarin af. Als je dan even denkt dat het afgelopen is, volgt nog één keer die o zo vette riff. En nog een keer, en nog een keer, zonder ook maar voor een greintje verveling te zorgen. Rond half twaalf is het dan toch echt gedaan en keren zowel het publiek als de band zelf, vermoed ik, met een voldaan gevoel terug naar huis.
De Effenaar, verheugd de band in februari weer te mogen verwelkomen, zegt op haar website over DeWolff: ‘Het zijn vooral de live shows waarbij het publiek massaal achterover slaat van ongeloof. De heavy psychedelische bluesrock wordt met dusdanige verve gebracht, dat je het een unicum mag noemen voor zulke jonge mannen.’ En eigenlijk kan het ook niet beter worden beschreven.
Het waren de helden van Limburg, maar zijn dat na gisterenavond ook zeker van Brabant, al dan niet van heel Nederland. Gadverdamme, wat was dat goed. Wat was dat fijn. Wat was dat ontzettend fijn.
Vaarwel, mijn heren, en tot februari: Ik ben klaar om wederom met huid en haar opgevreten te worden, heel erg graag zelfs.

Ontlading, euforie en moshpits op Pukkelpop 2010!
26 aug 2010, 17:33
Woensdagmiddag 18 augustus. Om in de stemming te komen pak ik al Mumford & Sons luisterend mijn spullen voor Pukkelpop. Het optreden van dit Britse viertal stond bovenaan mijn lijstje van optredens die ik zeker niet wilde missen, maar dat ze twee dagen later simpelweg mijn hart zouden stelen had ik niet durven hopen. Laten we niet vergeten dat het Belgische festival, dat dit jaar haar vijfentwintigjarig jubileum vierde, veel meer te bieden had. Verspreid over acht podia kon men genieten van Amerikaanse rocksensaties als Blink 182 en Limp Bizkit, was er ruimte voor opkomend Belgisch talent met onder andere The Van Jets en Balthazar, werd er gedanst op Groove Armada en Soulwax, stond er een massa pubermeisjes (waaronder ik, ja) mee te blèren met The Kooks en waren de heren dan weer beter vertegenwoordigd bij de soulvretende Selah Sue, hoewel ook The Prodigy over het algemeen meer mans- dan vrouwsvolk trok. Zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan als ik wil, maar laat ik mijn hoogtepunten van Pukkelpop er even uitlichten. Of ik uit die tweehonderd acts de juiste gekozen hebt blijft natuurlijk altijd de vraag, die vraag buiten beschouwing gelaten heb ik wederom een heerlijk festival achter de rug.
Toch maar even terug naar die woensdagmiddag dan. Het Belgische avontuur begint iets later die 18e augustus, wanneer ik nog snel een aantal poncho’s en mijn zonnebril in mijn tas stop en ik door het welbekende Volkswagenbusje word opgehaald. Heerlijk is het dan ook me nu te kunnen beseffen dat die poncho’s meer dan overbodig waren. De zonnebril, daarentegen, heeft zijn werk uitmuntend gedaan. Niet alleen berschermde deze mij tegen de zon, ook verborg deze mijn wallen prima op dag 3 en overleefde deze de moshpits bij The Prodigy en de crowdsurfers bij Queens Of The Stoneage. En geloof me, daar heb je geen Prada voor nodig.
Meteen als we in Hasselt aankomen, verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Ik had al op de festivalwebsite gelezen dat de wegen niet zouden worden afgesloten, snapte daar in eerste instantie helemaal niets van, maar begrijp het nu aangezien het festivalterrein aan een naar mijns inziens vrij belangrijke weg ligt en het campingterrein, hoe geniaal kunnen die Belgen het bedenken, daar recht tegenover ligt. Als je je bedenkt dat er uiteindelijk ruim vijftigduizend mensen dagelijks van dat terrein naar de overkant moeten (en ook weer terug), lijkt dat waanzin. 'Vraag me niet hoe ze het doen, maar ze doen het', zou Javier Guzman zeggen. En zo is het maar net.
De megacamping staat al redelijk vol met tentjes, maar ze hebben er voor ons (en voor nog heel veel anderen, blijkt later) natuurlijk nog een plekje vrijgehouden. Nadat we ons technisch inzicht weer hebben kunnen tonen staat alles zo goed als recht en is het inmiddels half twaalf. Voor slapen is het natuurlijk te vroeg, dus besluiten we alvast een kijkje te gaan nemen op het festivalterrein, waar het feestje als het goed is al begonnen is in de Boiler Room. We nuttigen ons eerste pilsje en krijgen al genoeg voorproefjes om op los te gaan. Een paar uur later is het aan de andere kant van de weg even zoeken naar onze tentjes, maar slaap ik nadat ik over talloze scheerlijnen ben gestruikeld als een roosje op mijn knoertharde matje.
Rond een uur of tien word ik de volgende ochtend wakker. Yes, vandaag gaat het feest echt beginnen. Aangezien we niet van erg veel comfort kunnen genieten in en rondom onze tentjes, gaan we al op tijd naar het festivalterrein om dit alvast een beetje te verkennen.
Jamaica weet de stemming er naar mijn mening nog niet echt in te brengen in de Dance Hall, maar dat doet er niet toe aangezien De Jeugd, jazeker, onze eigen Jeugd van Tegenwoordig, zijn opwachting zal maken op de Main Stage. Ik kan nu niet bepaald zeggen dat ik fan van ze ben en hun hits ‘Hollereer’, ‘Shenkie’ en oh, wat mogen we er als Nederlanders trots op zijn, ‘Watskeburt’ klinken best grappig, maar ik heb niet het idee dat er, laten we zeggen, skillful men on stage staan. Het is één grote grap als je het mij vraagt en volgens mij denken de heren er zelf niet veel anders over. Hoe dan ook, De Jeugd weet de sfeer er bij de Belgen goed in te brengen. Het wordt daarentegen pas echt gezellig bij Seasick Steve, aangezien de vroege Iron Maiden fans zich bij hem beter op hun gemak lijken te voelen dan bij die drie Nederlandse herrieschoppers. Op zich begrijpelijk, deze 69-jarige allemansvriend tovert heerlijke blues uit zijn zelf in elkaar geknutselde gitaren, soms met drie snaren, maar met één enkele lukt het hem ook gewoon en natuurlijk smelten we allemaal als hij als een ware gentleman een meisje uit het publiek haalt en een liedje speciaal voor haar zingt.
Waar ikzelf dan toch wel heel erg naar uitgekeken heb vandaag zijn The Kooks. Ik ben niet heel erg gecharmeerd van Luke Pritchard, maar ik ben toch wel benieuwd of er live wat wordt toegevoegd aan de catchy songs van de Britten. Hoewel de jongens duidelijk niet op automatische piloot spelen en er toch redelijk zin in lijken te hebben, moet ik toegeven dat er niet zo heel veel bijzonders aan hun optreden was. Ik vond het heerlijk om huppelend nummers als ‘She Moves In Her Own Way’, ‘Ooh La’ en ‘Always Where I Need To Be’ mee te zingen, maar kan niet zeggen dat ik overdonderd ben en een aantal uren later ben ik hun optreden eigenlijk al een beetje vergeten.
Na wat gegeten te hebben vinden we het niet echt nodig om Blink 182 te gaan aanschouwen en zijn we in de Boiler Room te vinden, waar we hopen op die ene hit van Benny Benassi, ‘Satisfaction’. Mijnheer Benassi weet zijn enige hit echter zo te draaien dat deze voor naar mijn gevoel een aaneenschakeling van anticlimaxen vormt en ik kan wel doen of ik het leuk vind, maar misschien is dit dan ook gewoon echt niet zo mijn muziek. Niets aan de hand, aangezien ik later die avond dan weer wel onder de indruk ben van Placebo, die afsluiten op de Main Stage. Toch wel ontzettend mooie muziek die ook live gewoon heel goed gebracht wordt en ik vraag me af waarom ik hier eigenlijk niet vaker naar luisterde. Na een uurtje heb ik het echter ook wel weer gehoord, aangezien het stemgeluid van de zanger niet irritant is, maar wel een beetje nasaal klinkt en mij na een tijdje gaat vervelen.
Hoewel het programma op de Main Stage is afgelopen, valt er nog genoeg te beleven aan de andere kant van het terrein. Toch lopen we de Marquee voorbij, waar de Flaming Lips hun show doen, en zijn we ook geen getuige meer van Groove Armada of These New Puritans, simpelweg omdat onze ruggen en benen dag 1 op Pukkelpop al wel geslaagd genoeg vinden en heel erg verlangen naar een lekker comfortabel, warm, groot bed. Ik ben blij dat ze vannacht ook genoegen nemen met een slaapzak en een matje.
Wanneer de zon onze tentjes verwarmt op dag 2 wil ik eigenlijk nog heel lang blijven liggen, maar houd ik het uiteindelijk niet veel langer meer dan een half uur vol. Bovendien zitten mijn medefestivalgangers buiten al van hun geplette krentenbollen te genieten. Fris en fruitig gaan we een uur later weer richting het festivalterrein, waar ik vandaag hoop verrast te mag gaan worden.
Terwijl Kate Nash, net als op Pinkpop, ‘haar ding’ doet, rusten wij nog even verder in de schaduw. Als de klok dan alweer drie uur slaat, gaan we naar de Marquee waar Blood Red Shoes spelen. Ze doen ontzettend hun best en als ze hun herkenbare britpopliedjes vol energie de tent in blazen gaan mijn voetjes wel van de vloer (lees: het gras) en ben ik blij dat ik hier even ben gaan kijken en luisteren.
Hierna is het nog eens tijd voor een Britse band, White Lies welteverstaan. Interessante band, muziek die gekenmerkt wordt door zowel donkere klanken als teksten en die mij eigenlijk zou moeten kunnen verrassen. Dat doen ze helaas niet. Bij ‘To Lose My Life’ mag er van mij wel wat meer pit in. Ik hoef geen gitaargeweld, maar ik had wel op iets meer overtuiging gehoopt. Misschien is de Main Stage gewoon nog iets te groot voor deze jonge band. We verlaten hun optreden iets eerder, niet per se omdat het een beetje tegenvalt, meer omdat ik graag aanwezig wil zijn bij het optreden van Black Box Revelation. Als ware rockgoden worden ze door de Belgische presentator aangekondigd en ik moet het ze meegeven, ze leveren weer een ontzettend tof optreden af. Ik begrijp dat de Belgen hier trots op zijn, want ook al is het al de derde keer dat ik ze deze zomer zie en hoor, wederom verrassen Jan Paternoster en Dries van Dijck me met hun smerige bluesrock. Op zich fantastisch te noemen, hoewel het dan wel weer jammer is dat het publiek in onze directe omgeving er niet al te veel zin in lijkt te hebben. Klappen kunnen ze, uit de maat nog beter, maar uit hun dak gaan op de muziek van Black Box Revelation, iets wat voor mij vrij logisch is, zit er deze middag voorlopig, met de nadruk op dat laatste woord, nog niet in in de Marquee.
Met het idee weer even af te koelen en weg te dromen bij mooie, kleine liedjes gaan we naar Laura Marling, die in de sfeervolle Chateau staat. Hier is het echter nog heter dan in de stomende Marquee waar we zonet losgingen op Black Box Revelation. Laura's bescheidenheid siert haar en ze heeft geweldige muzikanten meegebracht, maar eigenlijk doet ze me verder niet zo veel.
Hierna is het moment van de dag, of eigenlijk mijn moment van het hele festival, bijna aangebroken en besluiten we terug te keren naar de Marquee, waar de voor mij onbekende band Foals nog staat op te treden, maar waar Marcus Mumford en zijn zonen straks, op hoop van zegen, mijn hart sneller zullen laten kloppen. Voordat het zover is kan ik eerst nog genieten van Foals, want wat een toffe muziek maken zij. Zoals ik al vermeldde, totaal onbekend voor mij, maar wat een verrassing. Het is maar goed dat we op tijd naar de Marquee zijn gegaan om vooraan te kunnen staan bij Mumford & Sons, anders hadden we deze mooie band waarschijnlijk misgelopen.
Het optreden van Foals wordt, hoe leuk het ook was, al snel zwaar overschaduwd door het optreden dat volgt in de Marquee. Hoe zal ik het beschrijven, hoe kan ik deze muziek beschrijven, deze band, dit optreden? Laat ik maar meteen alles verklappen en overduidelijk bestempelen dat het optreden van Mumford & Sons mijn absolute hoogtepunt van deze Pukkelpop was. Waarom? Oh, ik kan er wel drie uur over doorgaan.
Al tien minuten voordat de set van de heren begint, gaat het publiek uit zijn dak. Nadat ik al in de meest onmogelijke posities heb zitten wachten, ik ben nu niet bepaald lenig, zweet ik niet van de spanning, maar gewoon omdat het er zo ontzettend heet is. Waarschijnlijk zijn die meisjes om me heen wel zenuwachtig. Op zich terecht, blijkt, wanneer de band wordt aangekondigd, opkomt en a capella begint. Een werkelijk prachtig ‘Sigh No More’ is de opener van ruim driekwartier durende set, die uit een aaneenschakeling van hoogtepunten bestaat. Iedereen, maar dan ook werkelijk iedereen in de tent, zingt woord voor woord mee en je ziet de ontlading en de verbazing op de gezichten van de bandleden, gevolgd door glimlachen die ze de rest van hun eigen optreden niet meer van hun gezicht krijgen. Het magische moment dat wordt gecreëerd lijkt ook een verrassing voor de heren zelf en vooral toetsenist Ben Lovett lijkt moment op moment overweldigd te worden. Dit is waarom ik zo ontzettend graag naar festivals ga: om samen een feest te vieren ter ere van de muziek. Ontlading, euforie en vreugde is wat ik, samen met al die anderen in de tent, gedurende de hele set voel en wat word ik daar gelukkig van. Ik kan wel janken van blijdschap. Bij ‘Little Lion Man’ gaat de tent al helemaal plat en bij afsluiter ‘The Cave’ probeert Marcus Mumford nog af te remmen wanneer het publiek wederom veel te snel klapt, maar dat is geen doen. Doet er niet toe, met zijn allen genieten we nog even en koesteren dit moment. Ik hoor een meisje dat letterlijk de longen uit haar lijf schreeuwt, zie een jongeman die met zijn ogen gesloten en zijn armen naar de hemel gericht alle ‘oooooh’s’ en ‘aaaaah’s’ meezingt en prijs mijzelf gelukkig dat ik hier bij mag zijn. Om maar even een conclusie te trekken: Mumford & Sons kan ik nu al wel aan mijn oh zo geliefde rijtje namen met onder andere Muse, Editors en Paolo Nutini toevoegen.
Nog niet helemaal bijgekomen van dat overweldigende moment in de Marquee, haasten we ons naar de Main Stage om wederom los te kunnen gaan. Dat The Prodigy er een totaal ander feest van maakt dan Mumford & Sons wist ik natuurlijk van tevoren al. Bovendien had ik al het genoegen gehad kennis te maken met The Prodigy op Pinkpop dit jaar. Wederom was hun performance zeker de moeite waard, maar wat was het jammer dat we wederom, een niet zo heel tof publiek troffen. Muziek beleven doe je samen als je het mij vraagt, maar de mensenmassa voor de Main Stage bestond voornamelijk uit mensen die er als zoutzakken bij stonden te kijken, afgewisseld met verscheidene cirkels waarin men elkaar te pletter probeerde te beuken. En nee, er was geen middenweg. Kijk, die moshpits snap ik, ik word er zelf liever niet in opgeslokt, maar ga je gang. Die zoutzakken zouden ze wat mij betreft stuk voor stuk van het terrein moeten sturen. Hallo daar, je staat bij The Prodigy! Ze luisteren dan weer wel naar die griezel van een neger wanneer hij ons zo ongeveer beveelt op onze hurken te gaan zitten. En dat zorgt natuurlijk voor een geweldige climax bij ‘Smack My Bitch Up’. Feestje geslaagd? Toch wel hoor. 
Snow Patrol benadrukte zelf ook al dat het waarschijnlijk de eerste en ook de laatste keer was dat ze na The Prodigy zouden optreden en of het de bedoeling was van de organisatie weet ik niet, maar ze lieten de rust dan toch weer een beetje terugkeren op het festivalterrein. Hun muziek is niet bijzonder, maar heeft op de een of andere manier toch iets als je het mij vraagt. Bovendien krijg ik kippenvel wanneer Gary Lightbody samen met de Belgische Eva de Roovere het hartbrekende ‘Set The Fire To The Third Bar’ brengt. Tenslotte word ik nog eens zo geraakt bij afsluiter ‘Chasing Cars’. Het is zo cliché, maar tegelijkertijd ook zo oprecht en puur. Ze doen het nog prima, constateer ik, zo na dat geweld van The Prodigy.
Als laatste vanavond gaan we nog even bij Holy Fuck in Chateau kijken, maar de postrock die wordt gespeeld spreekt mij toch niet zo heel erg aan. Het kan aan het tijdstip liggen, dat ook, want mijn rug en benen doen het vanavond dan nog prima, mijn ogen vinden het wel welletjes geweest voor vandaag. En dus droom ik op de camping nog even verder met Mumford & Sons. Dan vind ik het helemaal niet erg dat ik de Bloody Beetroots moet missen.
Op zaterdag zijn we vrij vroeg op en begint de dag met OK Go, die we van een afstandje en vanuit de schaduw eigenlijk maar half kunnen horen. We slenteren wat over het terrein, willen vervolgens even gaan kijken bij Die Antwoord, maar daarvoor zijn we te laat. De Dance Hall is veel te klein voor deze Zuid-Afrikaanse mafkezen (zo mag ik ze wel noemen, toch?) en dus hebben wij het na twee seconden al wel gehad, aangezien we toch amper iets kunnen horen en of zien en het pal in de zon, ja ik weet dat ik zeur, eigenlijk te warm is.
Dan wachten we maar even op Selah Sue. Dat zij me door en door zou ontroeren had ik niet verwacht. Haar stem is geweldig, maar van haar muziek was ik nooit zo onder de indruk. Met een band erachter, die weliswaar een beetje statisch speelt naar mijn idee, horen we die middag andere versies van haar nummers en lijkt dat kleine, bescheiden meisje al min of meer te zijn uitgegroeid tot een ware souldiva die de lekkerste kreten uit haar strot krijgt. Ik weet niet waar het vandaan komt, maar ik voel dat mijn ogen waterig worden en er langzaamaan tranen verschijnen achter mijn zonnebril. Zo oprecht en eerlijk als ze haar nummers brengt, met zo een stemgeluid, dan maakt het me niet zo heel veel meer uit wat ze zingt, dan ben ik al lang verkocht. Ik tik Maud aan, die naast me staat en ook duidelijk onder de indruk is. ‘Ik weet niet wat jij denkt, maar als ik een vent was wist ik het wel, wat een lekker wijf zeg’. Maud geeft me nog gelijk ook.
Ondanks het feit dat de hele dag eigenlijk in het teken staat van Queens Of The Stoneage, vermaken we ons natuurlijk ook nog opperbest bij het maffe maar oh zo geniale Gogol Bordello. Nadat we wat gegeten hebben hopen we inmiddels een douche te kunnen gaan nemen. Om half twaalf ’s ochtends was ons een nummer gegeven waarmee we later die middag tien minuten gebruik zouden kunnen maken van een overheerlijke douche. Ruim zeven uur later, wanneer we eerst nog wat hebben rond gesprongen op de aanstekelijke deuntjes van Two Door Cinema Club, mag ik plaatsnemen onder die schone douche. Heerlijk! Helemaal fris en klaar voor Queens Of The Stoneage weet The National nog even mijn aandacht vast te houden, maar wanneer zij hun laatste noot gespeeld hebben weten we niet hoe snel we naar voren moeten racen. The Queens, die maar een uur en tien minuten hadden gekregen om hier hun show te komen doen, overrompelden me eigenlijk niet. Dat was niet hun schuld, denk ik, omdat ze in principe een goedgekozen set speelden en alles super strak klonk. Het lag, wederom, wat een zeur ben ik, aan het publiek, dat dit keer iets te uitbundig voor mij was. We hadden een geweldige plek voor het podium bemachtigd, maar waren die twee minuten na opkomst van de band alweer kwijt. Twintig meter verderop waren er nog steeds heel veel mensen die het leuk vonden om constant te beuken en liefhebbers van crowdsurfen waren er ook in overgrote mate aanwezig. Ja, precies, het zal er allemaal wel bij horen, maar hierdoor heb ik het optreden helaas niet helemaal kunnen beleven zoals ik het wilde. Daarnaast was het alweer voorbij voordat ik het in de gaten had. Prima dat Josh Homme tussendoor een praatje houdt, maar speel dan ook gewoon dat uur en die tien minuten vol, alsjeblieft.
Dat we door Queens Of The Stoneage het grootste deel van Pendulum zouden missen, vond ik niet zo erg en ik had voor mezelf dan ook al besloten dat ik na The Queens liever in de tent tegenover de Main Stage een kijkje ging nemen, waar ik Yeasayer kon gaan bewonderen. Geen muziek voor mij, dacht ik altijd, maar misschien na vanavond toch wel. Pinkpop was leuk, heel leuk, anders was ik ze hier niet weer gaan opzoeken. Dat het van leuk op Pinkpop naar super op Pukkelpop zou gaan had ik niet verwacht. Ook Yeasayer wist een soort magische sfeer te creëren met hun dansbare maar toch ook experimentele pop. Hoewel het me soms ietwat te zweverig klonk, voelde ik net als bij Mumford & Sons euforie en ontlading bij ‘O.N.E.’ en ‘Ambling Alp’, waar een vredig mensbestaan voor de hand leek te liggen. Onverwacht maar blij verrast genieten was het bij Yeasayer en stiekem voelde ik dat ik mijn afsluiter van dit festival al een beetje gehad had; 2manydjs zouden dit waarschijnlijk niet gaan overtreffen.
En gelijk had ik, 2manydjs vielen me eigenlijk zwaar tegen en alleen wanneer ze Joy Division door hun mix heen gooiden voelde ik lichte opwinding. Het vuurwerkspektakel dat 25 jaar Pukkelpop min of meer officieel afsloot maakte meer indruk op me, hoewel dat ook werkelijk waar grandioos was.
Wanneer het grootste deel van de mensenmassa het festivalterrein al verlaten heeft, maken ook wij aanstalten om voor de laatste keer in het donker ons tentje te gaan opzoeken.
Om half elf vertrekken de volgende ochtend richting Reusel, waar ik ’s avonds nog even nageniet op Canvas. En dat doe ik nog steeds. Leve de festivals en leve de weergoden. Op naar de volgende zomer!

Mary Poppins: ook zonder Noortje en William een pareltje!
15 aug 2010, 02:06
En ik ben weer thuis, op het platteland in Reusel, tussen de nuchtere Brabanders; weg uit die magische wereld waar Mary Poppins vanmiddag niet alleen Jane en Michael Banks, maar ook mij mee naar toe nam. Mierzoet en kitscherig, absoluut, maar ook zo hartverwarmend en heerlijk Brits: Nederland heeft het deze keer duidelijk beter begrepen dan bij Joseph, die vorig jaar naar Nederland werd gehaald. Na deze prachtige voorstelling die letterlijk en figuurlijk voorbijvloog, weet ik dat het nog wel kan in Nederland en dat die wonderlijke verhalen als in de films van Walt Disney voor atlijd mijn hart hebben gestolen!
'Supercalifragilisticexpialidasties', 'Tamelijk Voortreffelijk' of 'Alles Kan Als Jij Het Laat Gebeuren': het zijn zomaar een paar titels die uitstekend hadden gepast boven deze blog, want het was werkelijk een fantastische show, de Nederlandse bewerking van de musical Mary Poppins. Opvallender en waarschijnlijk ook interessanter om te vermelden in de kop is dat dit ook geldt wanneer hoofdrolspelers Noortje Herlaar, die we kozen als winnares van de zoektocht op televisie, en William Spaaij, die twee jaar op rij de musical award voor beste mannelijke hoofdrol won, niet op de planken stonden deze middag in Scheveningen. In eerste instantie was de teleurstelling zeker in grote mate aanwezig, aangezien William toch wel mijn grote musicalidool is en Noortje voor mij de terechte winnares was van die zoektocht. Bovendien was ik allerminst een fan van Sophie Veldhuizen en had ik eerlijk gezegd nooit van Jaap Strijker gehoord. Dat ook zij er met een overigens geweldig ensemble zo'n fantastische voorstelling van kunnen maken, bewezen ze daar wel even.
Ik vond altijd dat Sophie te oppervlakkig bleef, te weinig in het nummer durfde te duiken, maar vandaag doet ze het prima en vindt ze ook de diepgang in haar rol, hoewel ik niet het idee heb dat ze de kinderen van de familie Banks volledig onder haar hoede heeft door haar manier van optreden. Er moeten daarbij toch wel wat toverkunsten tevoorschijn gehaald worden. De techniek doet het werk voor haar, ze hoeft maar in haar vingers te knippen en met haar handen te klappen of er springt ergens een lichtje aan en het poppenhuis gaat open. Daarbij het feit dat ze simpelweg bloempotten, kapstokken en schemerlampen uit haar tas haalt buiten beschouwing gelaten. Sophie laat meer van zich zien dan ik dacht dat ze in zich had en met zo'n klassiek uiterlijk en een ietwat streng stemgeluid erbij ben je dan zeker een waardige Mary Poppins voor mij.
Dan heb ik het nog niet gehad over die uiterst charmante schoorsteenveger, Bert. Jaap Strijker forceert zijn accent niet en heeft een heerlijke stem om naar te luisteren. In elke scène speelt hij zeer overtuigend en nummers als 'Chim Chimmenie', 'Elke Dag Een Fijne Dag' en 'Stap Vooruit' steelt hij toch wel een beetje de show. Tijdens dat laatstgenoemde nummer laat hij zelfs zien op zijn kop te kunnen tappen en zingen tegelijk, wat geen enkele invloed heeft op het verhaal, maar er natuurlijk wel spectaculair uitziet. William moet maar oppassen, want een veel betere alternate had Joop van den Ende zich geloof ik niet kunnen wensen.
Maar het draait natuurlijk niet alleen om die twee. Ook meneer en mevrouw Banks zijn zeer het benoemen waard. Zo zag ik Hugo Haenen de laatste keer nog als de lieve meester Bruijs die Ciske wilde behoeden voor het kwaad, maar blijkt hij als George Banks direct het tegenovergestelde te zijn. Een kille zakenman die een persoonlijke band met zijn kinderen uit de weg gaat en ook maar weinig tijd voor zijn vrouw vrijmaakt, dat is hoe hij overkomt en ik betrap mezelf erop dat ik dat betreur omdat Hugo me altijd zo'n sympathieke man leek. Toch ook wel een teken dat hij zijn rol geloofwaardig neerzet. Maike Boerdam is dan weer wel een ontzettend lieve moeder, die hopeloos is en niet weet wat ze met al die nanny's aanmoet.
De kinderen, met name het meisje in de rol van Jane Banks, doen het heel goed en natuurlijk kan ik ze hier en daar op wat schoonheidsfoutjes betrappen en is hun stem nog vrij dun, maar de kinderen moeten ook kinderen spelen en daardoor prik ik prima door die foutjes heen. In 'Tamelijk Voortreffelijk' vullen ze Sophie Veldhuizen vocaal dan ook prima aan. Bovendienzijn ze bijzonder goed te verstaan.
Na een kippenvelmomentje in het nummer 'Vogelvoer' volgt die hilarische scène met mevrouw Corry met dat ene magische woord. Even denk ik dat de eerste akte eropzit na 'Supercalifragilisticexpialidasties', maar eerst laat Mary Poppins het speelgoed nog tot leven komen, waarna ze verdwijnt uit het huis van de familie Banks.
In de tweede akte geniet ik volop verder bij de komst van juf Andrew, die vroeger de nanny van George Banks was. Deze verschrikking zorgt ervoor dat de kinderen weglopen van huis en dus besluit Mary dat het tijd is terug te keren. De zwaveltriakel, die juf Andrew de kinderen wil toedienen, verdwijnt door Mary's toedoen in de keel van juf Andrew en nadat de leeuwerik is vrijgelaten uit zijn kooitje verdwijnt juf Andrew in zo'n zelfde kooi, maar dan in groter formaat.
Na het tapnummer 'Stap Vooruit', met alle schoorsteenvegers is 'Alles Kan' het slotnummer dat ons nog rest, de familie Banks is immers weer gelukkig bij elkaar en ook George Banks ziet nu in dat hij de laatste tijd te weinig aandacht aan zijn gezin heeft besteed. Om afscheid te nemen komt Mary het publiek in gevlogen en Sophie komt niet alleen rechstreeks mijn richting in, ze besluit ook nog eens licht af te dalen wanneer ze boven ons doorvliegt waardoor ik bijna haar schoen kan uittrekken, bij wijze van spreke dan.
Na een slotapplaus komt er een einde aan de voorstelling. We nemen nog even een kijkje in de orkestbak en lopen toch wel een beetje ontroerd het theater uit.
De acteurs voldeden aan de verwachtingen, het verhaal is heel erg goed uitgewerkt, maar laat ik de decors niet vergeten. In een kleine drie uur tijd zag ik het huis van de familie Banks van binnen en van bovenop, maar werd ik ook meegesleurd naar het park waar levende standbeelden me opwachtten en mevrouw Corry me haar kleurrijke winkel liet zien. Ik zag de bank waar meneer Banks werkt en keek naar de sterren met Jane en Michael. Tel daar de muzikale begeleiding van het orkest en de tapdans bij op en je hebt een totaalshow om je vingers bij af te likken.
En ik kan dan wel zeggen dat het er niets toe deed dat Noortje en William niet speelden, dat is natuurlijk niet zo. Ik ben er nu alleen nog maar meer van overtuigd dat die twee nog meer aan deze musical zouden kunnen toevoegen en daarom wil ik het eigenlijk allemaal heel graag nog eens gaan beleven. Duidelijk is dat Mary niet alleen het keukengerei weer netjes op zijn plaats toverde toen Jane en Michael de keuken over hoop hadden gehaald, maar ook vrij gemakkelijk een tevreden glimlach op mijn gezich wist te toveren.

Heilige agenda's
27 jul 2010, 20:38
Eind december en juli, het zijn van die momenten waarop je alle dierbare herinneringen van het afgelopen jaar je gedachte laat passeren. Althans, voor mij geldt dat aan het eind van een (school)jaar. Zo ook vanmiddag, wanneer ik besluit mijn kamer een beetje op te ruimen en ik die versleten agenda's weer tegenkom. Je zou je afvragen waarom ik ze bewaar, voor mij zijn ze bijna heilig. Je weer even veertien voelen, het lijkt al zo lang geleden, en toch ook weer niet. Die uitwisselingen met school, wekelijkse filmavonden en bezoekjes aan de jeugddisco, het was al bijna uit mijn geheugen weggevaagd en daarvoor kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Misschien is het ook wel een beetje waar dat de jeugd het veel te druk heeft tegenwoordig, maar 'ouders van tegenwoordig', wees eens eerlijk en beken dat jullie vroeger ook het gevoel hadden dat je niets van al die gezellige dingen wilden missen, alleen al om het feit dat jij dan natuurlijk de enige was 'die er niet bij was geweest', wat echt verschrikkelijk zou zijn. Ik had dat ook, heb het nog steeds, maar besefte me wel altijd wat een ontzettend leuke tijd ik had. Tot op een bepaald moment het afgelopen jaar. Het ging niet van het ene op het andere dag, maar inmiddels zeur ik al bijna een half jaar lang dat ik van de middelbare school af wil, de grote stad in. Ik weet dat ik deze tijd bewust moet beleven en dat ik later waarschijnlijk met heimwee terug zal denken aan het Pius X-College, maar het lukte me het afgelopen schooljaar gewoon niet meer, tussen al die verdomd lange en allesbehalve interessante lesdagen in. Nu, op het moment dat ik net weer thuis ben van een heerlijke week op Terschelling waar ik zo ontzettend van genoten heb, lijkt school al lang zo erg niet meer. Gewoon, omdat je weet dat je ook heel erg veel routine en, laten we maar zeggen, 'saaiheid' nodig hebt om die uitzonderlijk leuke dingen als 'geweldig' te kunnen ervaren. Moge ik tegelijkertijd zo vaak als mogelijk afkloppen op onbewerkt hout, want hoe durf ik in hemelsnaam te zeuren over het feit dat ik het gehad heb op de middelbare school? Wie ben ik daarvoor? Beter geven ze me een schop onder mijn reet en zórg ik ook daadwerkelijk dat ik over een jaar met een diploma op zak een nog groter feest van mijn vakantie kan en mag gaan maken. Prioriteiten stellen noemen ze dat, naar de klote gaan kunnen we altijd nog! Tja, wat moet je met zulke adviezen na een week Terschelling, als je je maar blijft realiseren dat je een mooie jongen bent.
Misschien moet ik het ook allemaal wel niet zo serieus nemen, daar ben ik vast te jong voor, maar bewuster met de dag leven kan volgens mij nooit kwaad. Dat optimisme dat een paar jaar geleden in me zat is inmiddels ook steeds verder te zoeken (als me op msn gevraagd wordt hoe het met me is, antwoord ik nauwelijks nog met 'super', terwijl ik me kan herinneren dat ik dat een paar jaar geleden wel deed); duistere verhalen over complottheorieën spreken me daarentegen steeds meer aan, maar waarom zou ik me op dit moment druk maken over alles wat er fout gaat op de wereld? Wat koop ik ervoor? Soms zou ik willen dat ik weer echt kind was, helemaal niet bezig met al die waanzin, ook al ben ik er zo in geïnteresseerd. Er gebeuren dingen die eigenlijk gewoon niet kunnen. Nee Iris, stop! Genoeg zo!
Nooit geweten dat een middagje kamer opruimen met Muse, Editors en John Mayer goed kon zijn voor gezwets als dit (laat ik hen er de schuld maar van geven). Stiekem ga ik me er heel gelukkig van voelen: een overzichtelijke kamer en een overzichtelijk, opgeruimd hoofd. Moge ik alle agenda's de komende jaren heel goed blijven bewaren en mogen die uitzonderlijk mooie momenten zich blijven voortdoen, amen.

MUSE at Goffertpark Nijmegen: I have seen all I will ever need
20 jun 2010, 12:47
'Yes, yes, yes!'. Dat is hoe ik mijn blog over Muse' concert in Ahoy in november begon. Het zou uiterst onorigineel zijn om dat nu weer te doen, maar dat is wel weer het gevoel dat als eerste bij me opkomt. Want wat een show was het (alweer), wat een muzikanten zijn het (wat we eigenlijk al wel wisten), wat een prachtige nummers spelen ze (nog altijd) en wat heb ik ontzettend genoten gisteren, van een ruim twee uur durend concert in Nijmegen. Nee, ze lopen de kantjes er niet van af, ze laten het publiek speechless en met een voldaan gevoel achter. Bijna veertien uur na de laatste klanken van 'Knights Of Cydonia' ben ik nog altijd een beetje overweldigd..
Nadat we in een café in Nijmegen voetbal hadden gekeken, waarbij 'ons Oranje' ons toch wel een beetje met een opgelaten gevoel achterliet (maar ach, de winst was binnen, wat deed het er verder nog toe, later die avond zou ik me niet eens meer beseffen dat er iets als voetbal bestond), liepen we terug naar het station om vervolgens met de pendelbus naar het Goffertpark te gaan. Bij toeval kwamen we daar precies vijf minuten voor vier uur aan, waardoor we na wat wringen en duwen meteen het park in konden. Even snel eten halen, om vervolgens een prachtige plek rechts voor het podium te bemachtigen. Ik verbaasde me over het feit dat het nog niet zo druk was in het park en zoals het er nu naar uitzag zou ik Bellamy en kornuiten straks van heel dichtbij kunnen aanschouwen.
Na twee uur wachten stond de eerste support act Ghinzu op het programma. Het bandje was totaal onbekend voor mij, maar het klonk niet slecht, hoewel het natuurlijk ook nooit erger kon zijn dan in Ahoy, waar we zogenaamd opgewarmd werden door Biffy Clyro (alleen die naam al). Prima band dus, Ghinzu, maar ik kom niet voor de support acts naar het Goffertpark.
Hoewel, nog geen drie weken geleden was bekendgemaakt dat ook Editors als voorprogramma van Muse zouden spelen in Nijmegen! En aangezien ze op Pinkpop al zo'n mooi optreden neerzetten, wilde ik dit zeker niet missen. En wat een toffe band is dat! Ik wist het al, maar was na nummers als 'Smokers Outside The Hospital Doors', 'Bullets' en 'The Racing Rats' al helemaal overweldigd. Tom Smith is een magisch man met een charisma en een stem waar ik gewoon heel erg veel kippenvel van krijg, en dat vind ik helemaal niet erg.
Nu was het nog enkel één half uur wachten (waarvan we er die dag al zeker zes gehad hadden) voor Muse zijn opwachting zou maken. Alleen het decor beloofde al heel wat: het leek wel of er een compleet gebouw was geplaatst met een perspectief dat mijn ogen niet helemaal konden volgen.
Iets na kwart voor negen is het dan zover: dat moment waar ik wel tweehonderd nachtjes voor heb afgeteld en dat moment dat, net als in Ahoy, niet snel uit mijn geheugen zal wegvagen. Wanneer een groep rebellerende demonstranten met bivakmutsen en borden met kreten als 'They will not control us', 'We're not droplets in the ocean' en 'How many lies will you create?' onze kant in komen, weet ik dat het gaat beginnen. De boodschap is ook wederom weer overduidelijk: Muse heeft niet erg veel vertouwen in de huidige politieke en economische situatie en waarschuwt ons. Met opener 'Uprising' laten ze horen zich niet te zullen laten hersenspoelen door de grote machthebbers in de mondiale samenleving.
Bij de opkomst van de drie Britse heren, met Bellamy gekleed in een zilverkleurige glitter en glamour outfit, uiteraard, krijg ik een soort gevoel van thuiskomen en ben ik klaar om me wederom te laten overrompelen. Dat gebeurt, wanneer 'Supermassive Black Hole' en 'New Born' er meteen achteraan geknald worden. Ik sta niet meer met open mond en grote ogen te kijken naar wat er gebeurt, zoals in Ahoy, maar zing en spring mee, me nog niet beseffend dat die drie heren echt niet heel veel meer dan tien meter van me verwijderd zijn.
Een paar nummers later wordt 'Bliss' ingezet en het Goffertpark gaat uit zijn dak. En ja hoor, die hoge noten knalt hij er nog altijd gemakkelijk uit, aah wat een zanger is die Matthew Bellamy zeg, niet te geloven. Daarna volgt 'Guiding Light', waarbij ik toch wel een heel euforisch gevoel krijg als de slingers het publiek in vliegen en Bellamy die prachtige gitaarsolo inzet. Na klassieker 'Hysteria', waarin bassist Chris Wolstenholme zich meer op de voorgrond laat zien (en terecht), wordt die prachtige vleugel geïnstalleerd op het podium. 'We know that there's no one we can trust. Our ancient heroes, they are turning to dust', schreeuw ik mee bij 'United States of Eurasia' en ook bij 'Feeling Good' is het weer heerlijk genieten. Vervolgens jammen bassist Chris en drummer Dominic, terwijl ze op een klein afzonderlijk podium boven de mensenmassa zweven en later voegt Matthew Bellamy zich hierbij om 'Undisclosed Desires' te spelen. Een paar nummers later komt Bellamy, die aanvankelijk aan de linker kant van het podium stond opgesteld terwijl wij aan de rechter kant stonden, onze kant op en staat die magische muzikant recht voor mijn neus. Ik kan niet zo goed bevatten wat er om me heen gebeurt maar bij 'Time Is Running Out' ga ik uit mijn dak en blijf ik mijn grote idool vol verbazing aanstaren. Na 'Unnatural Selection verlaat het drietal, bijgestaan door een toetsenist, het podium en wachten we op een toegift.
En wat dat er voor een was! Muse laat naar mijn mening toch wel merken dat ze ons, Hollanders, mogen wanneer ze 'Citizen Erased' spelen. Prachtig ook hoe de vleugel dan nog heel eventjes tevoorschijn komt. In een aaneenschakeling van hoogtepunten was dit toch wel de absolute topper van de avond als je het mij vraagt. Wat een geweldig nummer, kippenvel! En dan denk je dat je al genoeg verwend bent, komt daar ook nog eens 'Stockholm Syndrome' achteraan!
Wederom verlaten de meestermuzikanten het podium, maar 'Plug In Baby' is nog niet gespeeld, dit kan onmogelijk het einde zijn, ondanks het feit dat we al bijna twee uur bezig gehouden worden.
Een tijdje later komt Bellamy terug in een lichtgevend kostuum en wordt 'Take A Bow', niet een van mijn favoriete nummers, maar mij hoor je niet klagen, gespeeld. Direct daarop volgt 'Plug In Baby' en wanneer Chris Wolstenholme zijn mondharmonica tevoorschijn haalt weet ik dat 'Knights Of Cydonia' dan echt de afsluiter van deze avond zal zijn. Mijn benen willen niet meer, mijn voeten nog minder, maar ik moet en zal dit moment koesteren en nog even voluit genieten! Wanneer Dominic, Chris en Matthew ons komen uitzwaaien, weten we dat het afgelopen is en loop ik met een meer dan voldaan gevoel richting de uitgang van het park.
Ja, dat het vet zou worden wist ik, ik had hoge verwachtingen na Ahoy, maar dat het weer zo'n legendarisch gave show werd, dat had ik alleen durven hopen. Men zegt wel eens dat perfectie niet bestaat, sinds gisteren weet ik dat het wel zo is. Want nee, het was geen simpel trucje dat ze uithaalden in Ahoy en dat mij van deze band deed gaan houden. Gisteren flikten ze het gewoon weer en gingen ze er misschien nog wel meer voor dan in Ahoy. Zoveel overgave aan de muziek, zo'n mooie harmonieuze klanken en een live performance waar je U met een hoofdletter tegen kunt zeggen. Woorden schieten eigenlijk tekort om deze ietwat complexe en tegenstrijdige band mee te omschrijven. Dat ik ervan hou, is dan wel weer iets wat zonder twijfel vaststaat en ik zal van nu af aan dan ook elke gelegenheid aangrijpen om ze weer live te zien en horen, want oh wat ben ik een gelukkig mens na gisterenavond..

10/10 at Pinkpop 2010!
3 jun 2010, 19:51
Het is alweer bijna een week geleden, dat ik toch wel een beetje gespannen in Eindhoven de bus instapte om naar Pinkpop te gaan. Dit jaar weliswaar niet met Pinksteren, waardoor het festival even het prachtige weer dat we in dat weekend hadden gehad leek mis te lopen. Niets was echter minder waar en de weergoden zijn dan ook de eerste die ik wil bedanken, aangezien we met zo'n (slechte) vooruitzichten toch wel heel erg veel geluk hebben gehad!
Nu hoeven we voor het weer alleen natuurlijk niet naar Landgraaf, uiteindelijk ging ik er toch heen voor de muziek en de sfeer. En die was goed! Meer dan goed. Net zoals ik vorig jaar genoot van mijn eerste dagje Pinkpop, genoot ik dit jaar nog heel veel meer van mijn eerste driedaagse festival. Sterker nog, wat mij betreft ben ik er van nu af aan elk jaar bij!
Nadat we vrijdag rond half een waren aangekomen op camping B, duurde het even voordat we geïnstalleerd waren maar mochten we ons toch wel gelukkig prijzen met onze mooie kampeerplek in het hoge gras. Om vervolgens naar het festivalterrein te gaan, waar onder andere The Opposites, Kasabian, Paolo Nutini en, niet te vergeten, Rammstein hun opwachting zouden maken.
Aangezien het nog een beetje druk was bij de bonnenkassa's besloten we eerst even bij The Opposites te gaan kijken. Niet helemaal mijn muziek, zeg maar gerust absoluut niet mijn muziek, maar voor een keertje wel leuk om te zien. Bovendien probeerden de heren er wel een feestje van te maken, ondanks het feit dat de festivalgangers nog wel even op gang moest komen.
Datzelfde gold misschien nog wel in grotere mate voor het optreden van Kasabian, waar in principe niets mis mee was maar wat naar mijn mening toch wel iets spannends, iets knallends, iets ijsbrekends (als je begrijpt wat ik bedoel) miste. De zanger deed ontzettend zijn best, maar kreeg het publiek niet overtuigend mee. Ik moet wel eerlijk zeggen dat ik er na andere optredens deze avond pas achter kwam dat Kasabian voor mij dus een tegenvaller was, op het moment zelf vermaakte ik me op zich prima.
Direct hierna besloten Maud en ik in de tent een kijkje te gaan nemen bij twee van onze Zuiderburen, The Black Box Revelation. Dat de tent, die overigens niet bomvol was, toch wel voor meer sfeer zorgt, merkte ik hier meteen. Heerlijke gitaarriffs en het ietwat rauwe stemgeluid van zanger en gitarist Jan Paternoster met het energieke drumwerk van Dries van Dijck zorgden naar mijn mening voor een combinatie waar je U tegen kunt zeggen als je kijkt naar het feit dat ze het allemaal met zijn tweeën doen. Zeker een band om te onthouden en die ik, joepiejajee, ook in augustus weer mag gaan aanschouwen op Pukkelpop.
Na dit kleine feestje was mijn Pinkpop toch wel goed geopend en kon ik dan ook niet wachten om naar Paolo Nutini te gaan luisteren. Ik was inderdaad niet het enige 17-jarige meisje dat wel een glimp van deze toch wel onweerstaanbare Schotse singer-songwriter wilde opvangen, maar wel een van de weinige die niet uitsluitend ging om 'New Shoes' te horen. En stoned of niet, met het schuim opgehoopt in zijn mondhoeken en zijn bijzonder mooie rauwe stem wist hij deze toch wel nuchtere Brabantse binnen een mum van tijd van haar apropos te brengen. Ik zag, hoorde en voelde ontzettend veel overgave en inleving bij elk woord dat hij zong en dat is toch wel een beetje waar voor mij de essentie van muziek ligt. Hij heeft geen trucjes nodig en doet gewoon wat hij moet doen, ontzettend goed spelen. Dan word ik met een pilsje en een heerlijk zonnetje erbij heel gelukkig als ik een superzwoele versie van 'Ten Out Of Ten' hoor en kan ik dan ook wel zeggen dat zijn optreden zeker een van mijn hoogtepunten dit weekend was.
Wat ons vandaag nog restte was Rammstein. Ik las bij 3voor12 dat hun optreden goed was en dat geloof ik meteen, maar het was denk ik gewoon niet echt aan mij besteed.. Al wil dat laatste optreden op het festivalterrein natuurlijk niet zeggen dat dag 1, vrijdag 28 mei 2010, er voor ons al helemaal op zat aangezien er een dancetent op de camping stond waar erg toffe platen werden gedraaid (daar kunnen ze bij El Sombrero nog wat van leren). Daar hebben we natuurlijk nog een paar uurtjes doorgefeest en zijn we vervolgens ons tentje in gekropen om de volgende ochtend weer fris van start te kunnen gaan..
Viel dat dan toch weer een beetje tegen.
Erg strategisch hadden Maud en ik ons tentje niet neergeplant aangezien we op een heuvel lagen en ik me steeds moest tegenhouden niet uit de tent te rollen. Doet er verder ook niet toe want dat tentje was zo een kwartslag gedraaid. Het weer deed er dan weer wel toe en ik kan het niet vaak genoeg zeggen maar oh wat prees ik mijzelf daar gelukkig mee. We hebben die middag bij Moke en C-mon & Kypski dan ook lekker in het gras gelegen. Zes lagen zonnebrand en een aantal glaasjes Jillz verder vonden we dat we wel weer genoeg gelambald hadden voor vandaag. Bij Mando Diao was het, zoals we van de heren gewend waren, gewoon een tof feestje waarbij nummers als 'Gloria', 'God Knows' en 'Long Before Rock 'n Roll' de setlist in principe goed genoeg zouden maken, maar de überhit 'Dance With Somebody' eigenlijk toch niet kon uitblijven. Even lekker springen om vervolgens met een mond die openviel van verbazing te kunnen gaan staan kijken en luisteren naar die weergaloos mooie stem van Tom Smith en natuurlijk in het algemeen de donkere klanken van Editors. Jammer dat we vrij ver weg stonden, maar ook van een afstandje werd ik volledig geraakt en door die charismatische meesterzanger meegesleurd in prachtige nummers als 'Smokers Outside The Hospital Doors', 'Bullets' en 'The Racing Rats', want ja, ik ben toch wel meer fan van hun eerste twee albums dan van het laatste. Hoewel dat absoluut niet wil zeggen dat 'Papillon' live niet ook een heel fijn nummer is.
Hierna stond John Mayer op de 3FM Stage. Spannend, toch wel een hele charmante en goede singer-songwriter. Ik had echter iets meer van zijn optreden verwacht. Waar Paolo gisteren gewoon een stukje van zijn ziel blootgaf aan het publiek, probeert John het hier naar mijn mening toch een beetje met trucjes. Zijn houding staat me ook gewoon niet zo aan. 'Eens kijken hoeveel snaren ik vandaag aan moet slaan voordat alle vrouwen flauwvallen'. Ja John, ik zag het je wel denken, vond ik toch een beetje jammer hoor. En nummers als 'Gravity', 'Vultures' en 'Who Says' zijn mooi, maar mijnheer Mayer, had er alstjeblieft wat meer pit en blues in gegooid! Al met al dus niet een topoptreden, maar uiteindelijk maakt het ook weer niet zoveel uit wat hij precies speelt en is het sowieso een genot om naar hem te kijken en luisteren.
Marjolein en ik waren inmiddels, verrassing(!), een beetje gaar, dus brachten we een bezoekje aan de Kalm-Aan Laan, die zijn naam eer aan deed wat waarschijnlijk ook wel te maken had met het feit dat Green Day op dat moment zijn show stond te doen op de Main Stage. Hoewel ik twee jaar geleden nog wel vijftig euro had willen betalen voor een ticket van een concert van Green Day, ben ik in die twee jaar schijnbaar ouder geworden waardoor mijn bewondering voor deze toch wel ultieme puberband is afgenomen. In die Kalm-Aan Laan vermaakten wij ons prima en werden we tenminste niet nat geregend. Bovendien konden we alles natuurlijk wel gewoon horen en stonden we gewoon te headbangen bij 'American Idiot' en 'Jesus Of Suburbia'.
Zaterdagavond was nog wel gezellig in de dancetent op de camping, maar zijn we toch iets eerder afgehaakt dan vrijdag omdat onze voeten het bijna begaven. In tegenstelling tot de nacht ervoor heerlijk geslapen. Een beetje kort, maar de reistassen moesten alweer gereed gemaakt worden want 's avonds zouden we helaas terugkeren naar Reusel. Bovendien waren we wel benieuwd naar Limburgs trots, DeWolff, die al om 12.45 uur in de tent speelden. En dat was me een tof optreden! We hebben het niet helemaal gezien en gehoord, maar de broertjes van de Poel weten met hun ijzersterke toetsenist toch al wel een fantastische sfeer te creeëren, zo vroeg in de middag op de derde en laatste Pinkpopdag. Evenals The Black Box Revelation zeer zeker een band om te onthouden want oh wat een heerlijke sound produceren die jongemannen!
Vervolgens, goed in de stemming, zijn we naar Kate Nash gegaan. Dat was zeker weten het slechtste wat ik heb gehoord en gezien dit weekend en dat is heel erg jammer aangezien ik haar muziek toch wel leuk vind. In het begin leek het alsof ze gewoon even op dreef moest komen, al bedoelde ik daar niet mee dat ze maar willekeurig met haar vuisten op de toetsen moest gaan slaan en onzin moest gaan uitschreeuwen. Ik weet zeker dat ze meer kon dan ze liet zien, maar schijnbaar had ze er meer behoefte aan een beetje te rebelleren met een attitude van 'Kijk mij eens eigenzinnig doen'. Maar goed, drie dagen met uitsluitend hoogtepunten is misschien ook wel wat te veel gevraagd.
Van Skunk Anansie hebben we eigenlijk ook niet zoveel gezien, wel een beetje gehoord maar dat had ik eigenlijk ook beter verwacht. Skin is een goede zangeres, daar niet van, maar af en toe werd het me toch iets te ongecontroleerd, wat er wellicht gewoon bij hoorde maar mij niet fijn in het gehoor lag.
Er was echter nog genoeg om ons over op te winden en al was Yeasayer nou niet bepaald een act waar ik zo van ondersteboven was, verraste ze me toch heel erg. Studioversies doen me echt helemaal niets, maar live klonk het toch wel heel erg leuk in die tent!
Helaas had de zon inmiddels toch plaats moeten maken voor een plensbui en we hadden het geluk dat we toen nog in de tent stonden, maar hebben daardoor niet veel meer van Triggerfinger gezien.
Waar ik me sowieso meer op verheugde was Mika. Wie of wat hij allemaal wel of niet is doet er voor mij niet zo toe, dat het gewoon een rasentertainer is wel. In tegenstelling tot waar ik een beetje voor vreesde, liet Mika me niet kokhalzen bij die mierzoete liedjes die hij zingt, maar gaf hij me juist een heerlijke glimlach op mijn gezicht. Lekker meezingen was er niet helemaal bij aangezien het voor mij toch wel erg hoog is, maar met zijn allen springen op verzoek van de zanger zelf leidt ook tot een feestje. Naast Paolo Nutini en Editors ook wel een hoogtepunt op deze 41e editie van Pinkpop.
Nu was het feest helaas wel bijna gedaan en hadden we na een spetterende show van P!nk vol stunts over en door het publiek heen (waardoor het muzikaal gezien wel wat minder spectaculair was, maar dat terzijde) alleen nog de afsluiter tegoed: The Prodigy.
Het is geen muziek die ik zelf ooit zou luisteren en ik zou nooit naar een concert van deze ietwat creepy mannen gaan, maar het was wel een vette afsluiter voor het festival. Iedereen nog één keer anderhalf uur lang uit zijn plaat, waarna we het festivalterrein en twee uur later ook de camping verlieten.
Een slopende busreis stond ons nog te wachten en de meest verschrikkelijke maandagochtend die ik tot nu toe op het Pius X heb meegemaakt ook, maar ik kan wel zeggen dat dit het allemaal waard was.
Inmiddels ben ik weer een beetje over de vermoeidheid heen en kijk ik terug op een voor mij geweldige editie van Pinkpop. Want ja, ik geloof wel dat ik mijn plekje er gevonden heb. 

Uitwisseling Torun - Bladel maart 2010
26 mrt 2010, 23:07
Wow, dat was me een weekje wel! Ik heb zo ontzettend veel gezien de afgelopen week waardoor heel veel me vast al zal zijn ontgaan. Laat ik maar gewoon bij het begin beginnen, dan zie ik wel waar deze ‘once in a lifetime experience’ aan zijn einde komt in mijn verslag.
Maandag 22 maart
Ik hou niet van vooroordelen, dus ga ik het land met een blanco visie binnen. Toch moet ik al snel bekennen dat die vooroordelen wel een beetje kloppen. Want, wees eerlijk, bij Polen stellen we ons een oud, lelijk land voor en ik heb vanmiddag, net na de aankomst in Bydgoszcz nog maar een heel klein stukje gezien, maar oud en lelijk zijn wel kernwoorden bij mijn eerste indrukken. Zeer slechte wegen, oude lelijke gebouwen (vooral veel onstabiel ogende flats) en smerigheid in de vorm van alom aanwezige vuilnishopen, zelfs in de directe nabijheid van een kerkhof (dat brengt lugubere denkbeelden naar boven vooral als je twee minuten later langs een soort van vervallen spookhuizen rijdt).
Maar ik ben allerminst teleurgesteld! We zijn nog niet door de binnenstad gereden en die blijkt toch wel mooier te zijn te zijn, dus dat gaan we morgen zien. En laat ik niet vergeten te melden dat ik in een heel leuk gezin terechtgekomen ben. Kasia's moeder had lekker gekookt, echt, en het was een gezellige boel aan de keukentafel aangezien niet alleen ik, Kasia en haar ouders, maar ook haar tante en oom aan de keukentafel zaten. Jammer genoeg spraken ze geen woord Engels en heb ik me dus niet echt in de conversatie kunnen mengen, maar Pools gekakel kan ook best prettig zijn als je na een toch wel lange dag net bent aangekomen op je logeeradres.
Ik geloof dat we zo vertrekken richting de stad, nog even gezellig wat drinken met zijn allen en morgen weer vroeg op om met de bus naar school te gaan. Of het sneller is dan op de fiets richting Bladel betwijfel ik aangezien ik al heb vastgesteld dat files dus echt niet alleen in Nederland voorkomen, maar daarover maak ik me niet druk.
Dinsdag 23 maart
En ik word wakker van een stralende zon. Heerlijk slaap ik hier, een beetje kort aangezien we gisterenavond naar een café in de stad zijn gegaan, wat overigens wel de moeite waard was (je moet toch ook een beetje van het uitgaansleven proeven, nietwaar?). Bovendien zijn we op onze weg huiswaarts nog even naar de andere kant van de rivier gereden, waar we een prachtig panoramabeeld van de stad zagen.
Maar even terug naar vandaag. In een overvolle stinkende oude bus worden we naar het centrum vervoerd, richting de school. Eenmaal aangekomen volgen we een les en oh wat ben ik een geluksvogel, ik mag naar scheikunde! Toch leuk aangezien ik daar nooit iets van gesnapt heb, laat staan dat ik het in het Pools begrijp. Wat dan wel weer interessant is om te zien: de houding van de leerling tegenover de leraar en andersom. Hier is wel duidelijk wie de autoriteit in handen heeft, terwijl daar bij ons nog wel eens over te twisten valt.
Na deze bijster interessante les krijgen we de groepsopdrachten uitgelegd en iets later vertrekken we met de tram naar de stad. Daar maken we een wandeling door de oude binnenstad, die het tegengestelde van de communistische ogende flatwijken die ik gisteren zag bewijst: overal staan oude kerken in gotische stijl, we worden omgeven door een dikke stadsmuur en ook de kinderkopjes zorgen voor een soort van middeleeuwse sfeer (als je de auto's en verkeersborden even wegdenkt). In de vroege middag bezoeken we Muzeum Piernika, oftewel het Gingerbread Museum, waar we kennismaken met volgens mij toch wel de trots van Torun (samen met Copernicus) dat lijkt op de peperkoek en taaitaai die wij kennen.
Als we rond de klok van vijven thuiskomen, na een middagje door de stad geslenterd te hebben, staat wederom een typisch Pools gerecht voor me klaar. Tenslotte zijn we vanavond nog even terug naar de stad gegaan en hebben daar wat gedronken. Wederom een geslaagde dag en ik ben vooral heel benieuwd naar morgen, we gaan dan naar Gdansk in het noorden en dat schijnt zeer de moeite waard te zijn.
Woensdag 24 maart
Vandaag staat een bezoek aan de historische stad Gdansk op het programma. Hoewel, historisch? Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd negentig procent van deze voormalige Hanzestad verwoest, dat vervolgens weer zo veel mogelijk is hersteld zoals hij hiervoor was. Dat betekent dat de hoge herenhuizen met ietwat kitscherige geveltjes zoals we die van Amsterdam kennen ook zijn herbouwd en dat geeft een verrassend leuk effect. Na een wandeling door deze stad vol prachtige gebouwen en leuke steegjes bezoeken we het Amber Museum en na wat vrije tijd voor de lunch rijden we verder door naar een plaats nog noordelijker dan Gdansk. Hoewel het nog altijd een onbewolkte en zonnige dag is lijkt de temperatuur te zijn gedaald naarmate we verder naar het noorden trekken. Al lopende op de pier in Sopot is het dan ook maar frisjes en begeven mijn vermoeide voeten het bijna. Bovendien kan ik in Nederland ook zee en strand zien en valt er verder niet zoveel te bewonderen in deze kleine stad, maar ik ben natuurlijk ook veel te verwend en heb het recht niet te zeuren terwijl ik op dit moment ook in Bladel met Franse literatuur had bezig kunnen zijn.
Nadat we zijn teruggekeerd in Torun bezoeken we een loungecafé in het centrum van de stad en besluiten Eveline en ik dat we ons er dan toch maar eens aan moeten wagen: echte Poolse wodka!
Donderdag 25 maart
Op donderdag kan ik lekker tot 9.00 uur in mijn bed blijven liggen. Vandaag bezoeken we de MotoArena in Torun, de grootste motorarena in Europa, die er door het stralende weer, het opwaaiende stof en de vijftienduizend zitplaatsen toch nog spectaculairder uitziet dan ik op voorhand had verwacht. Het bijwonen van een wedstrijd lijkt echter meer voor de elite te zijn weggelegd: de prijs van het goedkoopste ticket ligt rond de honderd euro; wil je een vipplaats dan betaal je (als ik het me goed herinner) een slordige vijfhonderd euro, maar dan heb je natuurlijk ook wat!
Ons was gevraagd sportkleding mee te nemen en dat is natuurlijk niet voor niets: na ons bezoek aan de motorarena gaan we klimmen, niet bepaald een van mijn specialiteiten maar wel gewoon heel gezellig. Daarnaast gaat het zekeren me geloof ik wél prima af.
In de middag gaan we terug naar school en werken aan presentaties die we 's avonds voor de ouders van onze Poolse vrienden houden.
Maar om eerlijk te zeggen is het leukste deel van deze dag toch wel de avond: met zijn allen keren we terug naar het café waar we gisteren onze drankjes nuttigden en maken we de dansvloer onveilig om onze uitwisseling zo op een goede manier af te sluiten! Zeker is dat onze Polen het ons deze week naar de zin hebben gemaakt en ik bedenk me dat ik het eigenlijk wel jammer vind dat we morgen al gaan.
Vrijdag 26 maart
In de ochtend pak ik mijn spullen bij elkaar, maken we een foto ter herinnering en rijden naar school. Daar nemen we afscheid van onze Poolse vrienden om vervolgens huiswaarts te keren en ik geloof dat dit het einde van een fascinerende, toffe, interessante, gezellige en mooie week is die ik niet had willen missen!
Ik moet zeggen dat ik me de laatste dagen echt thuis begon te voelen in Torun, Polen. In ruim drie en een halve dag zag ik een deel van een land dat voorheen totaal onbekend voor mij was. Na onze aankomst maandagmiddag dacht ik in eerste instantie dat dit land niet echt mijn place to be zou zijn, maar ik kan nu wel stellen dat ik er zeker nog een keer terug wil gaan! We zagen oude, slecht onderhouden flats en hobbelde door rood stoplicht over stukken asfalt die je niet eens wegen kunt noemen, maar stonden ook versteld van de prachtige gebouwen in Torun en Gdansk en genoten van het niet al te dure ‘nachtleven’ in Torun. Kortom, zoveel tegenstrijdigheden binnen een land waar we in amper vier dagen tijd kennis mee hebben gemaakt.
Er waren zoveel herkenbare dingen, maar tegelijkertijd ook weer zoveel verschillen tussen het stadsleven in Torun en het zogeheten plattelandsleven in Reusel.
Ongetwijfeld een tijd om niet snel te vergeten en een land om in de gaten te houden, want ook ik dacht in eerste instantie dat er niet veel te halen viel, maar weet nu wel dat een land als Polen veel meer te bieden heeft dan wij westerlingen denken..

Dreaming Of A White Christmas?
17 dec 2009, 19:24
Op school voeren we tijdens de kerstviering een discussie over de uitvinder van het gifgas; mijn moeder maakt kerstversieringen wanneer ik thuiskom van school en ja, helaas heeft SkyRadio de ultieme (lees: verschrikkelijke) kersthits weer teruggevonden in het archief..
Ik heb altijd gezegd dat het me niet zoveel doet: sneeuw, kerst en die zogenaamde gezelligheid. Toch betrap ik mezelf er deze middag op dat het, hoe cliché ik het zelf altijd gevonden heb, toch best sfeervol is, zo lekker warm binnen met een kop thee op schoot en een kerstboom in de hoek van de woonkamer. En zo'n witbedekte wereld doet mij, tegen beter weten in, toch meteen een beetje denken aan een prachtige sprookjeswereld als die in de films van Narnia. De vraag is alleen waar die verdomde heks is gebleven.
Schaamteloos durf ik te zeggen dat ik die eenmalige programma's met de hoogte- en dieptepunten van het jaar geweldig vind (op alles wat SBS6 uitzendt na), want oh wat is er dit jaar eigenlijk toch weer veel gebeurt en wat vergeet ik toch veel (zegt Iris van 16 jaar ).
Laten we bovendien de Top 2000 niet vergeten! Hoewel de nummer 1 zo onderhand weer elk jaar hetzelfde is, zijn lijstjes als deze (oké, dit is dan misschien een hele waslijst) gewoon heel erg leuk als je het mij vraagt!
Verder is de Serious Request actie van 3FM natuurlijk ook ieder jaar weer een feestje opzich. Het is dat ze dit jaar in Groningen zitten opgesloten, anders was ik er misschien wel even langs gegaan.
En tenslotte altijd de beste livemuziek op oudejaarsavond, terwijl je gezellig met zijn allen zit te eten en drinken en belachelijke spelletjes speelt (al dan niet meezingt met Jeroen van der Boom op de Vrienden van Amstel Live).
Laten we het lang uitslapen en vervolgens de hele dag in je pyjama op de bank Disneyfilms kijken niet vergeten. Daarvoor zou ik wel het hele jaar kerstvakantie willen.
Buiten sneeuwballen gooien, engeltjes maken in de sneeuw en met de honden door de bossen rennen, het zijn allemaal van die dingen waar ik eigenlijk stiekem het hele jaar naar uitkijk.
Zoveel leuke dingen elk jaar tussen Kerst en Oud & Nieuw, waarover kan ik dan nog zeuren?
Misschien gaat het gewoon allemaal om het idee. Ik hou van zoet, maar misschien wordt dit me misschien wel allemaal een beetje te af en toe. Bovendien is die sneeuw natuurlijk supermooi, maar als je nog op de fiets naar school moet is het een regelrechte ramp. En, ik benoemde het al eens: waarom doet iedereen ineens zo opvallend vrolijk en aardig?
Neem het me niet kwalijk, ik wil best geloven in die prachtige sprookjesachtige wereld van Narnia vol tolerantie en vertrouwen, maar intussen weet ik dat die heks er nog ergens rondloopt.
Ik snap gewoon niet zo goed hoe een paar klassieke films op televisie, een dik pak sneeuw en heel veel lekker eten plotseling kunnen zorgen voor zo'n samenhorigheidsgevoel. Het is me gewoon allemaal wat te gemaakt..
En hoewel ik zeker weet dat ik het ontzettend gezellig ga hebben de komende twee weken, weet ik ook dat ik tegelijkertijd weer ontzettend uitkijk naar een mooie lange zomer met hopelijk veel festivals en een heerlijke vakantie op Terschelling!


MUSE: THEY WILL BE VICTORIOUS!
15 nov 2009, 13:12
'Yes, yes, yes! Kijk dan, die drie torens, die lichten, wow wat gaaf! Het gaat nu echt beginnen', bedenk ik me, niet wetend dat dit echt nog maar het begin is van een overweldigende show die ik me mijn leven lang zal herinneren als waarschijnlijk een van de beste en meest miraculeuze die ik ooit gezien of gehoord heb.
En ja hoor, niet veel later valt het doek en verschijnen daar, allemaal apart op drie vierkante blokken, zanger en gitarist Matthew Bellamy, bassist Chris Wolstenholme en drummer Dominic Howard.
Wat een overweldigend gevoel: de geweldige podiumopstelling, de licht- en beeldeffecten waardoor de drie leden van Muse worden omvangen en de perfecte opener 'Uprising'.
They will not force us
They will stop degrading us
They will not control us
WE WILL BE VICTORIOUS!
Het is bloedheet, maar toch heb ik kippenvel. Hij heeft ook gewoon gelijk, het voelt echt alsof we met zijn allen de hele wereld aankunnen.
De doordringende klanken afkomstig van de stem van Matthew Bellamy (hoe krijgt hij het in hemelsnaam zijn strot uit?) galmen door het uitverkochte Ahoy en iedereen lijkt het meteen te voelen: 'Dit wordt een avond om nooit meer te vergeten.'
Hierna volgt 'Resistance', afkomstig van het nieuwe gelijknamige album en de sfeer is meteen waanzinnig.
De blokken waarop de heren staan te spelen gaan langzaam naar beneden en even heb ik tijd nodig om het allemaal te bevatten: 'Wat in hemelsnaam gebeurt hier?', is wat ik denk. Ik begrijp er niets van, maar dat maakt ook niet uit, want ik geniet optimaal en doe gewoon lekker mee.
En ze hebben het goed bekeken hoor, die drie Britse heren, want ik heb nog geen tijd om even op adem te komen of het intro van 'New Born' wordt alweer ingezet. Ik kan niet stil blijven staan en schreeuw de longen uit mijn lijf, hopelijk niet tot ergernis van de mensen om mij heen maar dat is even niet waar ik me over opwind.
Afwisselend worden prachtige beelden op de schermen getoond en verlichten laserstralen het publiek en alleen daarvoor al zou je dit concert in levende lijven moeten meemaken.
De beeldschermen ontgaan me echter bijna omdat ik zo opga in de muziek en helemaal gefocust ben op de performance. Een geweldig goed zicht hebben we en zelfs de gezichtsuitdrukkingen van de bandleden kunnen we bewonderen.
Ondertussen komen nummers als 'Map of the Problematique', 'Supermassive Black Hole'en 'MK Ultra' voorbij en bevind ik me nog steeds in diezelfde roes als bij de opening. Ik laat het allemaal maar over me heen komen en geniet nog altijd van dit grandioze spektakel.
Niet veel later galmt 'Hysteria' door Ahoy en ik ga helemaal uit mijn dak. 'Die stem, die stem! Dat kan helemaal niet!' Wat een muzikanten zeg, dit is echt niet normaal meer. Het is duidelijk niet voor niets dat ze vorige week door Q Magazine zijn uitgeroepen tot de Beste Act ter wereld. Ik weet echt nog steeds niet hoe meneer Bellamy het geluid produceert en voor mij is het als een wonder. Nog nooit hoorde ik iemand met zo'n excentriek stemgeluid zo zuiver en met zoveel overgave zingen.
Voor één minpuntje waren we bang: dat er geen piano op het podium zou verschijnen. Natuurlijk presteert Muse op geen enkel gebied onder onze verwachtingen en verschijnt er een enorme vleugel op een van de vierkante blokken. 'United States of Eurasia', dat werkelijk doet vermoeden naar de oostelijkere wereld en de heerlijke cover 'Feeling Good' (origineel van Leslie Bricusse & Anthony Newley) worden gespeeld en dat is toch wel heel erg lekker met die piano erbij.
Na de nieuwe single 'Undisclosed Desires', die toch een heel ander geluid heeft dan we van Muse gewend zijn, volgt 'Starlight'. Het ritme klappend met zijn handen in de lucht krijgt de ijzersterke zanger binnen een mum van tijd heel Ahoy mee.
Maar wat ons dan staat te wachten is naar mijn mening een absoluut hoogtepunt in dit memorable concert: 'Plug In Baby'.
Het was altijd al een van mijn favorieten, maar na vanavond staat dit nummer met stip op nummer één. Door de prachtige opbouw van het nummer voelt iedereen 'm aankomen en bij het refrein gaat iedereen uit zijn dak.
Het complete publiek springt, zingt mee en geniet en je ziet ook de band duidelijk genieten van dit moment.
My plug in baby
Crucifies my enemies!
Opnieuw kippenvel, echt onbeschrijfelijk.
Ook 'Time Is Running Out' is zeker het benoemen waard want ook dat is naar mijn mening live weer een heerlijk en typisch Muse nummer.
Na 'Unnatural Selection' voel ik het einde al een beetje naderen, maar zonder toegift worden we natuurlijk niet achtergelaten.
'Stockholm Syndrome' lijkt opzich een waardige afsluiter, maar 'Knights Of Cydonia' kon eigenlijk ook niet in de setlist ontbreken.
Bassist Chris Wolstenholme laat met zijn mondharmonica echte westernklanken door de zaal galmen en nog één keer wordt Ahoy op zijn kop gezet met een indrukwekkend staaltje vakwerk.
Nee, deze heren maken niet zomaar muziek, ze zijn er voor geschapen, daar is geen twijfel over mogelijk.
Hierna verlaten de leden van de Britse band dan echt het podium en zit er voor ons ook niets anders op dan huiswaarts te gaan.
Een vermoeiende avond was het wel, maar daar tegenover staat de grootste voldoening die je je kunt wensen.
Ik had hoge verwachtingen, maar dat er zoiets zou gebeuren had ik nooit verwacht.
Muse is zonder twijfel één van de beste bands (al dan niet de beste) ter wereld en dat hebben ze vanavond bewezen ook!
In de trein klinken de nummers door in mijn hoofd en net voordat ik thuis in slaap val besef ik me wat een geluksvogel ik was en ben, dat uitgerekend ik hier bij mocht zijn! Terwijl ik in slaap val droom ik stiekem van een volgend concert van Muse, want als ze komen ga ik zeker weer..

Een schoffie om van te houwe!
25 aug 2009, 13:46
Na Footloose, waar ik in juni met plezier naar gekeken heb in Breda, had ik ook Ciske de Rat nog tegoed voor mijn zestiende verjaardag.
Zoals ik eigenlijk wel had verwacht een totaal andere voorstelling dan Footloose. Toch typisch dat beide me zeker weten zullen bijblijven. Of heeft dat gewoon te maken met mijn passie (als je me bij elke voorstelling met open mond ziet zitten kijken naar wat er voor me op het toneel gebeurt, begrijp je wat ik bedoel ) voor musicals?
Omdat de musical het laatste halfjaar niet meer door het land reist, moesten we (niet dat ik dat erg vond) naar Scheveningen. Daar stond ons een prachtige uitvoering van het bekende verhaal over het Amsterdamse schoffie Ciske Vrijmoeth te wachten. Helaas wel zonder Danny de Munk, wat later toch wel erg jammer bleek, maar wel met Mariska van Kolck als Tante Jans.
In het Fortis Circustheater zochten we onze plaatsen op rij 19 op. Toch wel een klein beetje gespannen zat ik in mijn stoel, benieuwd naar wat er komen ging, aangezien dit toch wel iets anders was dan een Disneymusical als de Lion King of Tarzan. Bovendien wist ik nog niet hoe het Ciske als volwassen man zou vergaan.
Zodra het doek voor het podium omhoog wordt gehaald kom ik er achter dat Cis de man het niet erg goed getroffen heeft: we zitten aan het begin van de Tweede Wereldoorlog waarin Cis verplicht is in dienst te gaan.
Direct hierna zien we een kleine Ciske die het ook niet al te makkelijk heeft: hij is van school gestuurd en gaat nu naar een andere toe, maar in 'Er is altijd wat met Ciske de Rat' merk je dat zijn naam ook daar al bekend is en dat voorspelt voor hem niet veel goeds.
Al met al vergaat het de kleine Ciske aardig op zijn school, waar hij les krijgt van meester Bruijs, gespeeld door Hugo Haenen. Vooral in 'Lampje in de nacht' merk je dat hij zijn rol van een meester die zijn leerlingen wil beschermen en behoeden tegen het kwaad zeer overtuigend vertolkt.
Tegelijkertijd zit moeder Vrijmoeth (Marloes van den Heuvel) elke avond in het café en moet Ciske haar meehelpen. Ciske heeft een hekel aan zijn moeder en is dan ook blij wanneer zijn vader, die voor zijn werk over verre zeeën vaart, weer terugkeert in Amsterdam.
Vooral de scènes tussen de kleine Ciske, dit keer vertolkt door Cas van Leeuwen, en zijn vader vond ik erg leuk, mede dankzij de humor waarmee Kees Boot als vader Vrijmoeth speelde.
En dan heb ik het natuurlijk nog niet gehad over Mariska van Kolck in de rol van Tante Jans. Wat ontzettend goed is zij, zeg! Met name op het moment dat Ciske zijn moeder vermoord geeft ze hem troost en een gevoel van vertrouwen als een echte moeder, die Ciske eigenlijk nooit gekend heeft.
Ook de dialogen en het nummer 'Niet weggelegd voor mij' tussen Mariska en Kees komen erg geloofwaardig, maar ook vrolijk en zorgeloos op mij over.
Dat de jonge Cas de Leeuwen zijn rol uiterst serieus neemt en talent heeft, blijkt uit nummers als 'Later', 'Ik voel me zo verdomd alleen' en 'Die ene seconde', waarin niet Cis de Man, gespeeld door volkszanger Quincy, maar de kleine Ciske me ontroert en zelfs tranen bezorgt.
Ja, dat was echt jammer ja, dat Danny er niet was. Ik had het ook niet verwacht aangezien de musical al anderhalf jaar wordt gespeeld, maar je blijft er toch op hopen. Zijn understudy viel me dan ook tegen, helaas. Quincy, zijn achternaam weet ik niet (of het is een artiestennaam), die me in 'Lampje voor de nacht' en 'Oorlog in mij' toch had kunnen overtuigen van zijn kunnen, stelde mij een beetje teleur. Inlevingsvermogen en acteerprestaties vond ik matig en in verhouding tot de rest van de cast was hij degene die het slechtst presteerde naar mijn mening.
Na drie maanden op de tuchtschool, Ciske heeft immers zijn moeder vermoord, lijkt alles weer in orde.
Op datzelfde moment wordt Cis de man echter met zichzelf geconfronteerd tijdens de oorlog. Wanneer hij Jan Verkerk, ook soldaat en vroeger klasgenoot van hem, wil redden, wordt hij in zijn hart geschoten. Wonder boven wonder overleeft Cis het door een Mariabeeldje dat hij op zijn hart droeg. Hij had dit op de tuchtschool van pater De Goey gekregen.
Wanneer Nederland wordt bevrijd van de oorlog is het feest en voor de laatste keer galmt 'Amsterdam, Hee Pak Me Dan!' door de zaal.
Na een niet al te lang slotapplaus (die megamix van Joseph duurde me iets te lang) zit het erop en keren we weer huiswaards.
Onderweg betrap ik me erop dat zo'n klein ondeugend rotjoch ervoor kan zorgen dat ik een sentimenteel wrak wordt. Want ja, zowel brede glimlachen op mijn gezicht als tranen rollend over mijn wangen maakte deze voorstelling hartverwarmend en brutaal tegelijk en ik had 'm absoluut niet willen missen.

Footloose maakt het waar, en hoe!
14 jun 2009, 12:59
Ik kijk op de kalender. Oja, vrijdag mag ik met mijn oom mee op stap, nog voor mijn verjaardag. Waar naartoe is nog een verassing.
Maar hé, ik kijk nog eens goed, wat staat daar?
Vrijdag 12 juni: FL. FL? Footloose?
Je weet het natuurlijk nooit zeker, maar na de cd van de Nederlandse cast, die ik kreeg op mijn verjaardag, en een aantal hints van mijn moeder kon er bijna geen twijfel meer over mogelijk zijn.
En gelijk had ik, om half zeven gisterenavond werd ik opgehaald en ging ik met mijn oom richting Breda. Aangekomen bij het Chassétheater hang ik mijn jas op en ga nog even snel naar het toilet. We zoeken onze plaats op het eerste balkon met goed zicht op het hele podium en wachten tot de lichten gaan dimmen. Yes, de voorstelling begint..
Nog een beetje gespannen of hoofdrolspeler William Spaaij, die afgelopen maandag een musical award kreeg voor zijn rol als Ren, op het toneel zal verschijnen hoor ik de eerste klanken van de titelsong Footloose door de zaal galmen. Meteen word ik overdonderd door de energie die de cast uitstraalt naar het publiek.
Het verhaal begint wanneer Ren en zijn moeder, afkomstig uit Chicago, gedwongen zijn naar Bomont, een klein, gelovig plattelandsdorpje, te verhuizen omdat Rens vader hen heeft verlaten en de huur van het huis niet meer betaalt. In Chicago leefde Ren zich uit door te dansen, maar hij komt er al vrij snel achter dat dansen in Bomont verboden is door de dominee, dit door een auto-ongeluk een aantal jaren geleden waarbij vier jongeren, onder wie de zoon van de dominee, omkwamen. Zij waren op weg naar huis toen ze naar een dansfeest waren geweest. Ren zal moeten wennen aan zijn nieuwe woonplaats maar hij trekt zich in eerste instantie niets aan van alle regels. Bovendien ontmoet hij de domineesdochter Ariel, gespeeld door Kim-Lian van der Meij en hij vindt het veel interessanter de stoere jongen uit te hangen in plaats van zich te gedragen. Ariel is echter vrij onbereikbaar, aangezien ze veel met Chuck, de schurk van het dorpje, omgaat en Chuck niemand tussen hen laat komen. Later ontmoet Ren ook Willard, die vertolkt wordt door Roy Kullick en de vriendinnen van Ariel.
Rusty (Talita Angwarmasse) is haar beste vriendin.
De meiden vinden Ren wel aantrekkelijk, maar Willard is evenals Chuck en de dominee niet echt blij met de komst van Ren.
Met het nummer 'Ik Dans Altijd' laat Ren de inwoners van Bomont weten wat dansen voor hem betekent. Met zijn dans, zang en uitstraling pakt William Spaaij je helemaal in. De andere jongeren uit Bomont, waaronder de vriendinnen van Ariel, waarschuwen hem meteen in het nummer 'Zij Weten Jou Te Vinden', waar ze hem even duidelijk maken dat je in Bomont altijd door iemand in de gaten wordt gehouden. Ren trekt zich hier weinig van aan en succes met het vinden van een vast baantje heeft hij dan ook niet, totdat hij in de burgertent aan de slag kan als serveerder (gekleed in een oranje/wit gestreept tenue en op skeelers, erg charmant ). Ariel en haar vriendinnen vermaken zich prima in de burgertent, maar intussen maken Ariels ouders zich zorgen om haar omdat ze vaak laat thuiskomt. Vooral met haar vader, de dominee die fantastisch wordt vertolkt door Jeroen Phaff, heeft Ariel vaak ruzie. Ze wil vrij zijn en de wijde wereld in trekken terwijl haar vader haar alleen maar in bescherming wil nemen.
Ren leeft nog altijd in zijn eigen (dans)wereldje en wil dat de wet veranderd wordt in Bomont. In het nummer ‘Samen Sterk’ probeert hij de andere bewoners in Bomont mee te sleuren in zijn enthousiasme voor het dansen en vraagt hen hem te helpen de dominee te overtuigen zodat de wet in de toekomst gewijzigd zal worden.
Met dit nummer eindigt de eerste akte. Eigenlijk wil ik het liefst meteen door, ik zit helemaal in het verhaal!
Bij het begin van de tweede akte bevinden Ariel, Ren, Rusty en Willard zich in Chicago, ze zijn er stiekem vandoor gegaan om een avond te gaan dansen.
Nog steeds heeft Ariel niet in de gaten wat ze haar ouders aandoet door steeds zo lang weg te blijven van huis. Niet alleen de dominee is bezorgd om zijn dochter en nog altijd in rouw om zijn overleden zoon, ook Ariels moeder mist haar zoon ontzettend en is bang dat haar dochter hetzelfde overkomt als haar zoon. Haar emoties komen in de musical naar voren in het nummer ‘Kan Je Hart Het Aan’, waarin Marleen van der Loo me ontroert en me kippenvel bezorgt.
Maar het is niet alleen maar drama is Bomont, Willard bezingt in het nummer ‘Volgens Ma’ op erg humoristische wijze de adviezen die hij altijd van zijn moeder krijgt. Of Ren ook echt iets aan deze adviezen heeft is maar de vraag, aangezien de theorieën van Willards moeder in eerste instantie niet bepaald logisch lijken: ‘Volgens ma moet je nooit föhnen terwijl je nog in bad zit, dat is toch wijsheid of niet? Volgens ma gebeurt er niets, als iemand op zijn gat zit, dat is hoe mama het ziet.’
Nog steeds weten Ariels ouders geen grip op hun dochter te krijgen, steeds vaker vlucht ze weg met Ren. Zo ook deze keer weer, wanneer ze samen naar het spoor gaan en Ariel Ren laat zien waar ze vaak naartoe gaat als ze zich rot voelt. Steeds verder groeit de band tussen Ariel en Ren en deze resulteert natuurlijk in een liefdesballade. Hoewel dit natuurlijk heel cliché is, moet ik toegeven dat ik de chemie tussen Kim-Lian en William heel goed vond.
Ariel besluit Ren te gaan helpen bij zijn preek die hij gaat houden om er zo voor te zorgen dat er weer gedanst mag worden in Bomont. Ook de andere jongeren in het dorp staan achter hem. Van Rens voorstel blijft uiteindelijk niets over wanneer blijkt dat de hele zitting doorgestoken kaart is.
Maar Ren laat het er niet bij zitten. Hij zoekt de dominee op voor een gesprek van man tot man. Hierin lijkt hij de dominee in eerste instantie woedend te maken, maar uiteindelijk maakt Rens standpunt de dominee bedenken dat hij niet altijd kan blijven rouwen om zijn overleden zoon en dat hij het eindelijk achter zich moet laten. In ‘Ik Geef Toe’ vertelt Jeroen Phaff in zijn rol als dominee op doordringende wijze hoe hij de afgelopen jaren heeft geleden en hoe hij heeft getwijfeld aan zijn eigen handelswijzen met betrekking tot het opvoeden van zijn dochter. Hij raakt je recht in het hart en even krijg ik een brok in mijn keel. Hij besluit niet langer de uiterst strenge dominee te willen zijn maar een liefdevolle vader die zijn dochter in haar waarde laat. Zijn vrouw steunt hem hierin en samen besluiten ze dat er een dansfeest mag worden georganiseerd in Bomont.
De musical eindigt met opnieuw de titelsong ‘Footloose’ en nog even geniet ik van die geweldige cast die er alles aan doet het publiek te vermaken. Geweldig om te zien met hoeveel enthousiasme ze er staan te zingen en swingen, in het bijzonder William Spaaij die zelf nog het meeste plezier lijkt te beleven aan het hele spektakel en dat uitstraalt naar de zaal. Iedereen gaat los, iedereen moet los. Voeten van de vloer, Footloose!’ zijn de laatste zinnen die hij met het ensemble zingt en na het applaus verdwijnen de acteurs dan echt achter het doek.
Zeker weten één van de leukste verjaardagscadeaus die ik ooit heb gekregen, ik heb van begin tot eind op het puntje van mijn stoel gezeten. Tijd om je te vervelen had je trouwens ook niet, aangezien alle scènes vrij snel op elkaar volgden.
God, wat was dat een goede show zeg, je zou niet zeggen dat Albert Verlinde zoiets voor elkaar kon krijgen, haha.  Want hoe voorspelbaar het verhaal ook was, zo goed is het verwerkt tot een energieke, humoristische en ontroerende voorstelling.

Pinkpop: mijn roeping is gevonden!
2 jun 2009, 22:31
En ja, eindelijk was het dan zover, het pinksterweekend stond weer voor de deur en dit jaar betekende dat voor mij voor de eerste keer naar Pinkpop! Weliswaar maar voor één dag, de maandag om precies te zijn, maar zo kon ik toch alvast kennismaken met het festival dat ik gister dan wel voor de eerste, maar zeer zeker niet voor de laatste keer bezocht.
Rond half elf in de ochtend startten we onze reis richting Limburg. We hadden er allemaal even veel zin in en de sfeer zat er dan ook al goed in. Na een kleine twee uur in het gezellige, maar oh zo bloedhete Volkswagenbusje te hebben gezeten, kwamen we dan eindelijk aan in Landgraaf. Even parkeren, snel naar het (nog schone) toilet en richting Megaland, waar het ons allemaal stond te gebeuren. Steeds verder naderden we het festivalterrein en na een tijdje hoorden we dan ook de eerste klanken uit die richting komen: Novastar was (helaas) al zonder ons begonnen. Sowieso moest ik de impressies met betrekking tot de grote mensenmassa eerst even verwerken, maar dat het een geweldige dag zou gaan worden wist ik toen al wel.
Het begon eigenlijk pas echt bij Mando Diao, die op de 3FM Stage optraden. Erg veel wist ik niet over ze en meer dan twee liedjes kende ik niet, maar wat een toffe band is dat! Vrolijke gitaarmuziek met strakke ritmes en riffjes, echt ver boven mijn verwachtingen. Toen de band van het podium verdween en ‘Dance with somebody’ nog niet gespeeld was, kon een korte toegift natuurlijk ook niet uitblijven. Na nog eens vijf minuten springen zat het eerste door mij geziene optreden op Pinkpop 2009 er dan toch echt op.
En toen werd het tijd voor even wat eten en drinken, lekker met het zonnetje op je voorhoofd en de muziek van Amy McDonald op de achtergrond. Daarna snel door naar de Main Stage, waar Franz Ferdinand zijn opwachting zou maken. Erg lang hoefden we niet te wachten op de Ierse band met frontman Alex Kapranos, weer uiterst charmant gekleed, net als de andere bandleden trouwens, want na de bekendmaking van het ultieme Pinkpopmoment uit 40 jaar stonden de mannen zo te zien al te trappelen om voor ons te gaan spelen. Ik luisterde nooit veel naar Franz Ferdinand, maar verheugde me wel ontzettend op hun optreden hier op Pinkpop. En zoals verwacht kon ik bij songs als ‘Take Me Out’ en ‘Do You Want To’ dan ook echt niet anders dan even helemaal uit mijn dak gaan (hoewel het sowieso bijna onmogelijk was niet mee te springen zonder geplet te worden tussen de mensen ). En nee, ik ga niet zoals 3voor12 cijfers geven voor elk optreden, daar zijn zij niet voor niets zo goed in en natuurlijk hangt het maar net van je smaak af wat je wel of juist helemaal niet goed vindt als je het mij vraagt, maar over Franz Ferdinand kan ik denk ik wel zeggen dat hun optreden mijn favoriet van de dag was.
Toen was het de beurt aan Katy Perry en De Jeugd van Tegenwoordig, van wie ik beide niet zodanig onder de indruk was dat ik ze perse wilden zien. Maar goed, je bent er toch dus leek het mij het leukste van alles wat mee te pikken. Als eerste gingen we de Tent Stage in waar Katy Perry haar show aan het maken was en daar zijn we uiteindelijk toch maar tot het einde gebleven aangezien we natuurlijk zaten te wachten op ‘I Kissed a Girl’, dat, ‘oh wat slim van haar’, dan ook het nummer was waarmee ze afsloot. Ik moet eerlijk bekennen dat ze echt heel erg veel beter zong dan ik had verwacht en haar cover van Queen (‘Don’t Stop Me Now’) sprak mij dan ook erg aan. Misschien is het een beetje jammer dat ik De Jeugd niet heb gezien (al helemaal volgens de recensies van 3voor12) maar dat komt er dan vast nog wel een andere keer van.
De volgende op het programma was Anouk. Helaas had de mensenmassa voor de Main Stage zich al tot in zoverre opgehoopt dat we niet meer dichtbij konden gaan staan. De verwachtingen van Anouk waren hoog, aangezien ik sinds het concert in het Sportpaleis, weliswaar al meer dan een jaar geleden, inmiddels wel wat van haar gewend was. Natuurlijk zong ze weer fantastisch, want dat is wat ze echt ontzettend goed kan en bij ‘One Word’ en Lost’ raakte ze me ook echt. Toch vond ik de set die ze met haar band speelde niet bijzonder goed geschikt voor een festival als dit. Bovendien mocht er van mij wel wat meer pit in bij de normaal gesproken zo rockende nummers als ‘Jerusalem’ en ‘More than you deserve’. Ach, het is haar stem die het me binnen één seconde allemaal doet vergeven.
Daarna werd de keuze moeilijk: The Kooks of Ting Tings. Beide bands had ik nog nooit live gezien en ik was eigenlijk naar allebei wel benieuwd, maar ik besloot uiteindelijk naar Ting Tings te gaan. Dat ik daar absoluut geen spijt van heb gekregen, is duidelijk: wat een heerlijk energieke show was dat! Ik vond het echt geweldig knap om te zien hoe twee mensen zo’n vol geluid kunnen creëren. Natuurlijk niet helemaal met zijn tweeën, er kwamen zo nu en dan wat synthesizers aan te pas, maar toch klonk het als veel meer dan op cd en dat is wat natuurlijk de bedoeling is als je live speelt. Ik vond ze altijd al wel leuk, maar dit was denk ik (op Mando Diao na trouwens ) toch wel de grootste verassing voor mij.
Zo gaaf als de optredens waren, zo snel vloog de dag voorbij. Het enige wat ons nog restte was afsluiter Snow Patrol. Ook ik was niet geheel overtuigd van Snow Patrol zijnde een waardige afsluiter voor 40 jaar Pinkpop, maar alle vooroordelen die ik hierover had neem ik bij deze onmiddellijk terug. Zo mooi vond ik het om te zien hoe zanger Gary Lightbody aan het genieten was van die 65.000 mensen die samen zijn ‘Chasing Cars’ meezongen. Als er maandag een band was die waardering verdiende, vond ik echt dat zij het waren. Fantastisch, de sfeer om het optreden heen: de schemer, de montage van het beeld en die prachtige doordringende gitaargeluiden. Ze waren misschien niet de beste afsluiter ooit, maar ik heb toch nog wel even heel erg genoten daar.
Helaas, maar hoe kan het ook anders, aan alles komt een eind. Dus ook aan mijn eerste editie van Pinkpop, terwijl het festival inmiddels alweer voor de veertigste keer werd georganiseerd. De mensen komen niet naar Landgraaf voor de muziek alleen, maar uiteindelijk is het wel de muziek die de mensen er samenbrengt en ik weet dat het niet waar is, maar zouden we niet een stap dichter in de buurt van wereldvrede doen door gewoon met zijn allen de hele zomer festivals te bezoeken? Ik vond het in ieder geval heerlijk om er gisteren te zijn en volgend jaar ben ik zeker weer. Nee, niet voor één dag, drie als het kan, heel erg graag zelfs…


a balladeer: they're gonna be loved (L.O.V.E.D. )
2 feb 2009, 16:31
Tja, en waar ga je dan beginnen. Eigenlijk had ik dit gisteren al moeten doen, alle indrukken nog vers in het geheugen, maar dan zou het inderdaad wat te laat zijn geworden voor een vijftienjarige scholiere. Dan maar terwijl ik huiswerkmakend heerlijk aan het nagenieten ben, want oh wat was het een mooie avond gisteren in 013.
Het begon natuurlijk met een voorprogramma, in dit geval People You Know. Wel eens van gehoord, en het nummer Bigger Things wel eens gehoord in een of andere reclame (al zou ik zo niet weten welke). Klonk heel leuk, paste wel in het genre dacht ik zo, maar om eerlijk te zijn was dat natuurlijk niet waarvoor ik, samen met Eveline en Marjolein, naar Tilburg was gekomen. Maar goed, het voorprogramma was afgelopen, het podium(pje!) werd opnieuw klaargemaakt en ik was al helemaal blij aangezien Eveline en Marjolein me zojuist hadden gemeld het nu al naar hun zin te hebben.
En toen was het zover, de heren van a balladeer begonnen hun set met een toffe opener, namelijk Welcome to Vegas. Vervolgens erg gelachen bij Jesus Doesn't Love Me, waaraan een stukje SexyBack werd toegevoegd. Ik heb de setlist niet mee overgenomen gisteren, maar ik kan me wel herinneren dat het wat mij betreft bij Nightmare On Elm Street echt heel erg gaaf werd. Direct volgden er ook meer van die geweldige songs, waaronder Sirens, Robin II (niet voor niets favoriet, zoals ook gisteren weer!) en Poster Child. En dat zorgt voor kippenvel. Nog een aantal nummers afkomstig van zowel Panama als WAYBW? vliegen voorbij en voor ik het wist hadden de jongens het podium al verlaten.
'Neeee, toch niet nu al!' was meteen mijn reactie. Maar nee, natuurlijk wordt het stille publiek niet zomaar in de steek gelaten. Eerder verrast, zelfs, nadat drummer Tijs met de voormalige woning van Erik's onlangs overleden konijn het podium opkwam. Heerlijke versies van Oh California en Alright, Mr DeMille (L.O.V.E.D.) volgden. Om trouwens 10 Things to Win You Over, direct na de korte pauze, niet te vergeten!
Vervolgens het prachtige Tarot & Tequilla, voor zijn overleden vriendin Martine, dat wat mij betreft nog steeds op volgend album of single moet worden uitgebracht. Opnieuw kippenvel..
Ik weet nog dat ik ook van When Dean Was The Man (and Monroe Always Smiled) en Blank heel erg genoten heb, maar wanneer die precies voorbij zijn gekomen kan ik me niet precies meer herinneren.
En, hoe jammer het dan ook is, moet er dan natuurlijk ooit een eind aan komen. Na een ruim anderhalfuurdurende (is dat een woord?) set is een toegift wat ons nog rest. Want Swim With Sam kon inderdaad niet uitblijven! Zoals we de jongens kennen, zeer zeker niet te flauw, blijft het niet bij één toegift maar krijgen we nog een waardige afsluiter, namelijk America America.
Aangezien ik de eerste EP nog niet had, moest deze na de show natuurlijk nog even gekocht worden om zo mijn a balladeer-collectie compleet te maken. Handtekeningen op de albumhoes, nog even op de foto en vervolgens terug richting Reusel, want maandagochtend was het weer tijd voor school!
Eindconclusie? Laten we zeggen dat Marinus, Tijs en Erik er met hun toetsenist en bassist een supermooi optreden van gemaakt hebben. Zeker is dat ik ze nog eens terug ga zien, want of ze nu echt doorbreken of niet, veel mooiere singersongwriterpop hebben we in Nederland niet als je het mij vraagt!